In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 19 december 2022, is het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Eiseres had op 18 januari 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst had niet tijdig beslist. Eiseres stelde de Belastingdienst bij brief van 4 oktober 2022 in gebreke, waarna zij op 3 november 2022 beroep instelde. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond was. De rechtbank droeg de Belastingdienst op om binnen twaalf weken na het verweerschrift een besluit te nemen, met een uiterste datum van 23 februari 2023. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank stelde de hoogte van de dwangsom vast op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen waren verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 379,50 en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moest door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak werd gedaan door rechter M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier M.E.C. Bakker.