In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in Curaçao, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 14 januari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 19 december 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij is vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 23 mei 2022 in gebreke gesteld, waarna zij op 18 oktober 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk gegrond is en heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een termijn van twaalf weken na het verweerschrift, dat op 12 november 2022 is ingediend, een besluit bekend te maken. Deze termijn is verlengd tot 6 februari 2023, omdat de uiterste datum op een zaterdag viel. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald, en het door haar betaalde griffierecht moet ook worden vergoed. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 379,50 en het griffierecht op € 50,-. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.