Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 november 2022 in de zaak tussen
[eiseres], te [woonplaats], eiseres
onbekende verweerder, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
Is verhinderd de uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland
Op 4 mei 2022 heeft eiseres beroep ingesteld tegen een onbekend besluit. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 11 november 2022, zaaknummer UTR 22/1974, geoordeeld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen. Volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een beroepschrift vergezeld te gaan van de beroepsgronden en een kopie van het besluit waartegen beroep wordt ingesteld. In dit geval heeft eiseres deze documenten niet ingediend, waardoor de rechtbank niet in staat is om de zaak inhoudelijk te behandelen.
De rechtbank heeft eiseres op 29 juli 2022 een brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken de benodigde documenten aan te leveren. Deze brief is echter onbestelbaar aan de rechtbank geretourneerd. Op 23 augustus is de brief opnieuw verzonden, maar eiseres heeft hierop niet gereageerd. Gezien het ontbreken van de vereiste documenten en de reactie van eiseres, heeft de rechtbank besloten om het beroep niet inhoudelijk te behandelen en het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.