ECLI:NL:RBMNE:2022:6506
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep bestuursrecht zonder ingediend besluit
Op 7 december 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 22/2125. Eiseres had op 26 april 2022 beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiseres niet heeft voldaan aan de wettelijke vereisten zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft eiseres op 24 mei en 2 augustus 2022 aangemaand om een kopie van het besluit waartegen zij in beroep ging in te dienen, maar eiseres heeft hierop niet gereageerd. Hierdoor kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen.
De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze specifieke zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het indienen van een kopie van het besluit essentieel is voor de ontvankelijkheid van het beroep. Aangezien eiseres dit niet heeft gedaan en ook geen geldige reden heeft opgegeven voor het ontbreken van het besluit, heeft de rechtbank geen andere keuze dan het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, wat betekent dat de kosten voor de procedure niet worden verhaald op de verweerder.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze beslissing. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift indienen als zij het niet eens is met de beslissing van de rechtbank.