ECLI:NL:RBMNE:2022:6508
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 10 november 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers en een onbekende verweerder, met zaaknummer UTR 22/840. Deze uitspraak betreft het beroep van eisers tegen een onbekend besluit. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht. Dit is in overeenstemming met artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), aangezien eisers het griffierecht niet hebben betaald, wat een voorwaarde is voor de inhoudelijke behandeling van het beroep.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers op 17 juni 2022 een aangetekende brief hebben ontvangen waarin hen werd verzocht het griffierecht van € 50,- binnen vier weken te betalen. Aangezien het griffierecht niet op tijd is betaald en eisers geen geldige reden hebben opgegeven voor deze niet-betaling, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken.
De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is op 10 november 2022 in het openbaar uitgesproken. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.