ECLI:NL:RBMNE:2022:6509
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres, V.O.F., tegen het besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 april 2022 behandeld. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft het griffierecht niet betaald, wat een vereiste is voor het in behandeling nemen van een beroep volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het griffierecht bedraagt in dit geval € 365,-.
De rechtbank heeft eiseres op 23 juni 2022 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien de rechtbank het bedrag niet heeft ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft gegeven voor de niet-betaling, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De hoofdregel is dat als het griffierecht niet op tijd wordt betaald, de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen geldige reden is voor de niet-betaling van het griffierecht en heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 september 2022.