ECLI:NL:RBMNE:2022:6517
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen uitblijven besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere
Op 8 november 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. Eiser had beroep aangetekend tegen het uitblijven van een besluit van verweerder. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Dit was het gevolg van het niet betalen van het griffierecht door eiser, wat een vereiste is voor het indienen van een beroep volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het griffierecht in deze zaak bedroeg € 184,-.
De rechtbank heeft eiser op 18 september 2022 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Aangezien de rechtbank het bedrag niet heeft ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor het niet betalen, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen verdere behandeling van de zaak zal plaatsvinden.
De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 8 november 2022 door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.