ECLI:NL:RBMNE:2022:6521

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 oktober 2022
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
22/2139
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van beroepsgronden

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het Schadefonds Geweldsmisdrijven ongegrond verklaard. Eiser had op 16 mei 2022 beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, dat op 26 april 2022 was genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor inhoudelijke behandeling niet mogelijk is. De rechtbank heeft eiser op 25 mei 2022 een brief gestuurd waarin hij werd verzocht om binnen vier weken beroepsgronden aan te geven. Eiser heeft echter geen gronden overgelegd na deze brief, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank verwijst naar artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voor deze beslissing. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 31 oktober 2022 en is ondertekend door rechter B. Fijnheer in aanwezigheid van griffier I.J. Tiktak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/2139

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 oktober in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. P.J. stronks),

en

Schadefonds Geweldsmisdrijven, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 16 mei 2022 tegen het besluit van verweerder van 26 april 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet zeggen waarom hij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘beroepsgronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom er geen beroepsgronden zijn genoemd. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiser op 25 mei 2022 een brief gestuurd, waarin staat dat hij binnen vier weken moet aangeven waarom hij het niet eens is met het besluit.
4. Eiser heeft geen gronden overlegd na deze brief.
5. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
6. Voor proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.