Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens wijziging van eis van [procesdeelnemer I] en [procesdeelnemer II] ;
- de incidentele conclusie van eis tot oproeping in vrijwaring van [procesdeelnemer III] ;
- de conclusie van antwoord in het vrijwaringsincident;
- productie 13 van de zijde van [procesdeelnemer III] .
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord.
- de heer van [A] ;
- de gemachtigden mr. Korevaar en mr. Storm;
- mevrouw [B] ;
- de heer [C] ;
- de heer [D] ;
- de gemachtigde mr. van de Kamp;
- de heer [E] ;
- de heer [F]
- de heer [G] ;
- de gemachtigden mr. Klein en mr. Sneeuw.
2.Waar gaat het over?
3.Het geschil
- Te verklaren voor recht dat [procesdeelnemer III] aansprakelijk is voor de schade die [procesdeelnemer I] lijdt als gevolg van het niet opleveren van de vloer van het toenmalig gehuurde in oorspronkelijke toestand;
- Veroordelen tot betaling van primair de kosten van vervanging van de vloer ter groot van € 351.964,04, althans subsidiair de kosten van herstel van de vloer ter grootte van € 98.870,- alsmede € 3.250,- betreffende de onderzoeks- en advieskosten bij herstel van de vloer;
- [procesdeelnemer III] te veroordelen tot betaling van de gederfde huur ter grootte van € 306.915,61;
- [procesdeelnemer III] te veroordelen tot vergoeding van de schade als gevolg van het niet opleveren van de vloer van het toenmalig gehuurde in oorspronkelijke toestand bestaande uit:
- [procesdeelnemer III] te veroordelen tot vergoeding van de kosten ter beperking van gevolgschade, bestaande uit de kosten van [onderneming 4] van € 8.400,-;
- [procesdeelnemer III] te veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten, de proceskosten en de nakosten.
4.De beoordeling in de hoofdzaak
In conventie
2.490,00(2 punten x tarief € 1.245,00)
Huurder zal jegens verhuurder geen aanspraken kunnen doen gelden wegens het niet tijdig afleveren van het gehuurde door verhuurder.Partijen zijn het er niet over eens of die bepaling is overruled door de in de allonge opgenomen afspraak dat het gehuurde op donderdagmiddag 7 november 2019 weer aan de huurder ter beschikking zal worden gesteld. De kantonrechter is met [procesdeelnemer I] en [procesdeelnemer II] van oordeel dat dat niet het geval is. In de allonge is immers ook bepaald dat de bepalingen van de huurovereenkomst onverkort van kracht blijven voor zover daarvan niet is afgeweken. Het enkele feit dat in de allonge een opleverdatum is opgenomen is onvoldoende om te oordelen dat daarmee is bedoeld af te wijken van artikel 5 van de huurovereenkomst. In die huurovereenkomst was immers ook een ingangsdatum opgenomen. Dat betekent dat de vorderingen van [procesdeelnemer III] zullen worden afgewezen.
5.De beoordeling in de vrijwaringen
2.490,00(2 punten x tarief € 1.245,00)
6.De beslissing
- € 124,00 aan salaris voor de gemachtigde;
- te vermeerderen, als het vonnis door de deurwaarder is betekend, met de explootkosten die hiervoor in rekening zijn gebracht.