ECLI:NL:RBMNE:2022:689

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
UTR 21/3870
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening zonder verschoonbare termijnoverschrijding

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eisers tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Laren behandeld. De rechtbank heeft op 26 januari 2022 geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het te laat is ingediend. De relevante data zijn als volgt: het besluit van de heffingsambtenaar werd bekendgemaakt op 17 juli 2021, en het beroepschrift had uiterlijk op 30 augustus 2021 ingediend moeten zijn. Echter, de rechtbank ontving het beroepschrift pas op 14 september 2021, wat buiten de termijn valt.

De rechtbank overweegt dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding is. Eisers hebben aangevoerd dat zij op vakantie waren tijdens de bekendmaking van het besluit en dat zij direct na terugkomst beroep hebben ingesteld. De rechtbank oordeelt echter dat eisers zelf verantwoordelijk zijn voor het tijdig indienen van hun beroep en dat zij maatregelen hadden kunnen nemen om ervoor te zorgen dat iemand anders hun post in de gaten hield. De rechtbank concludeert dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is en dat het beroep daarom niet inhoudelijk kan worden behandeld.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter S.C.A. van Kuijeren en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/3870

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 januari 2022 in de zaak tussen

[eiser 1] en [eiser 2] , te [woonplaats] , eisers,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Laren, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eisers tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 17 juli 2021.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eisers zijn namelijk te laat met het indienen van beroep, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een beroep moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt.
3. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 17 juli 2021. Het beroepschrift had dus uiterlijk op 30 augustus 2021 door de rechtbank ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 14 september 2021. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het beroepschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. Eisers zeggen dat het besluit is verzonden in hun eerste vakantieweek. Zij waren al vertrokken naar hun vakantiebestemming en hebben bij terugkomst meteen beroep ingesteld.
5. Naar het oordeel van de rechtbank is dit geen geldige reden voor het te laat indienen van het beroepschrift. Eisers hadden ervoor kunnen zorgen dat iemand anders op de post lette en hun kon waarschuwen dat er belangrijke post was – zoals het besluit van verweerder – en eventueel namens hun beroep kon indienen. Dat eisers dat (kennelijk) niet hebben gedaan is een omstandigheid die voor hun rekening en risico komt en dit betekent dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
7. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier. De beslissing is uitgesproken op 26 januari 2022 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.