ECLI:NL:RBMNE:2022:689
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening zonder verschoonbare termijnoverschrijding
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eisers tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Laren behandeld. De rechtbank heeft op 26 januari 2022 geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het te laat is ingediend. De relevante data zijn als volgt: het besluit van de heffingsambtenaar werd bekendgemaakt op 17 juli 2021, en het beroepschrift had uiterlijk op 30 augustus 2021 ingediend moeten zijn. Echter, de rechtbank ontving het beroepschrift pas op 14 september 2021, wat buiten de termijn valt.
De rechtbank overweegt dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding is. Eisers hebben aangevoerd dat zij op vakantie waren tijdens de bekendmaking van het besluit en dat zij direct na terugkomst beroep hebben ingesteld. De rechtbank oordeelt echter dat eisers zelf verantwoordelijk zijn voor het tijdig indienen van hun beroep en dat zij maatregelen hadden kunnen nemen om ervoor te zorgen dat iemand anders hun post in de gaten hield. De rechtbank concludeert dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is en dat het beroep daarom niet inhoudelijk kan worden behandeld.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter S.C.A. van Kuijeren en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.