ECLI:NL:RBMNE:2022:769
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen behandeld. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 16 september 2021, maar heeft het griffierecht van € 49,- niet op tijd betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat het niet nodig was; de zaak kon niet inhoudelijk worden behandeld door het ontbreken van de betaling van het griffierecht. De rechtbank heeft eiser op 5 december 2021 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien de rechtbank het bedrag niet op tijd heeft ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor de late betaling, verklaart de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.C. Stijnen en griffier K.F.K. Hoogbruin, en is openbaar gemaakt op 31 januari 2022.