ECLI:NL:RBMNE:2022:771
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens te late indiening door eiseres
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 januari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep van eiseres tegen de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht. Eiseres had beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van verweerder, die op 30 augustus 2021 was gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat was ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van beroep zes weken na de bekendmaking van het besluit op 4 september 2021 eindigde op 18 oktober 2021. Het beroepschrift werd echter pas op 21 december 2021 ontvangen, wat de rechtbank niet in behandeling kon nemen.
De rechtbank heeft geen zitting belegd, omdat het niet nodig was gezien de te late indiening. Eiseres voerde aan dat de vertraging te wijten was aan haar gemachtigde, die kort voor de deadline was verhuisd. De rechtbank oordeelde echter dat deze reden niet geldig was, omdat eiseres niet had aangetoond dat zij gedurende de gehele beroepstermijn niet in staat was om het beroep in te stellen. De verhuizing van de gemachtigde viel binnen diens invloedsfeer en werd aan eiseres toegerekend.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.