Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de zaak
2.Waar het in deze procedure om gaat
3.De beoordeling
€ 622,- (twee punten keer € 311)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Woningstichting Leusden en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De huurder had een aanzienlijke huurachterstand van € 5.772,12 opgebouwd, wat leidde tot de vordering van de Woningstichting om de huurovereenkomst te ontbinden en de woning te ontruimen. De huurder, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. G.J. te Riet, erkende de huurachterstand maar gaf aan dat hij door persoonlijke omstandigheden niet in staat was deze te voldoen. Tijdens de zitting op 21 februari 2022 werd besproken dat de huurder een betalingsregeling wilde treffen, maar de kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand zo groot was dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De kantonrechter heeft de huurder veroordeeld om de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en te verlaten. Tevens is de huurder veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, wettelijke rente, incassokosten en proceskosten. De kantonrechter heeft benadrukt dat de Woningstichting niet direct tot ontruiming zal overgaan, maar eerst zal proberen om samen met de huurder tot een betalingsregeling te komen, in lijn met de verplichtingen van de verhuurder op het gebied van schuldhulpverlening.