ECLI:NL:RBMNE:2022:88
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van de definitieve tegemoetkoming NOW-1 en terugvordering van voorschot
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een B.V., en de Raad van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van de definitieve tegemoetkoming onder de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW-1). Het primaire besluit van 8 januari 2021 stelde de tegemoetkoming vast op € 18.835,-, waarbij een terugbetaling van € 7.877,- van het eerder uitgekeerde voorschot werd geëist. Eiseres stelde dat de berekening van de subsidie onredelijk was en dat er geen rekening was gehouden met het omzetverliespercentage. De rechtbank overwoog dat de NOW-1 regeling voorschrijft dat de loonsom gelijk moet blijven en dat een lagere loonsom leidt tot een lagere subsidie. De rechtbank oordeelde dat de berekening van de subsidie correct was uitgevoerd en dat de terugvordering van het voorschot terecht was. Eiseres had geen recht op een hogere subsidie, omdat de loonsom lager was dan het bedrag waarop het voorschot was gebaseerd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.