Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie, hierna ook te noemen: [eiser] ,
gemachtigde mr. M.T.M. Fluitman (van [.] ),
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie, hierna ook te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde mr. R.D.M. de Boer.
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 juni 2021 met producties 1 tot en met 4;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met producties 1 tot en met 4;
- het tussenvonnis van 8 september 2021, waarin een mondelinge behandeling op 5 oktober 2021 is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie met productie 1;
- de akte tot schorsing ex artikel 225 Rv wegens overlijden van [A] van 29 september 2021;
- de akte tot voortzetting ex artikel 227 lid 1 Rv van 3 november 2021, waarin is medegedeeld dat [gedaagde] de procedure zal voortzetten;
- de brief van deze rechtbank van 4 januari 2022, waarin een mondelinge behandeling op 10 januari 2022 is bepaald;
- de akte van [eiser] met producties 6 tot en met 11;
- de mondelinge behandeling op 10 januari 2022 en de zittingsaantekeningen die daarvan door de griffier zijn gemaakt.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
[gedaagde] is procespartij geworden
436,00(2 punten x tarief € 218,00)