ECLI:NL:RBMNE:2022:913
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.G.A. van Kuijeren
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaarschrift wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 28 februari 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaarschrift door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) behandeld. Eiseres had haar bezwaarschrift te laat ingediend, namelijk op 28 oktober 2021, terwijl de deadline op 21 oktober 2021 lag. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding, ondanks de omstandigheden die eiseres aanvoert, zoals dakloosheid en ziekte door corona.
De rechtbank stelt vast dat het besluit van verweerder op 9 september 2021 correct is bekendgemaakt en dat eiseres de mogelijkheid had om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank wijst erop dat het de verantwoordelijkheid van eiseres is om ervoor te zorgen dat zij tijdig de juiste stappen onderneemt, ook al heeft zij hulpverlening. De rechtbank benadrukt dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn is van openbare orde, wat betekent dat zonder geldige reden niet van deze termijn kan worden afgeweken.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk is verklaard en dat het beroep kennelijk ongegrond is. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.