Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 lid 2 Wvggz:
tot en met 17 augustus 2023;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 17 februari 2023, is een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, geboren in 1976, die verblijft in een instelling. De rechtbank heeft deze beslissing genomen naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een chronische psychotische stoornis, wat leidt tot een aanzienlijk risico op maatschappelijke teloorgang. De advocaat van betrokkene heeft het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen, stellende dat betrokkene op een goede plek zit en dat de zorg op vrijwillige basis kan worden voortgezet. De psychiater daarentegen pleitte voor de zorgmachtiging, wijzend op de noodzaak van structuur en begeleiding voor betrokkene.
De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat, ondanks de vrijwilligheid van betrokkene, de zorgmachtiging noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend tot en met 17 augustus 2023, met de mogelijkheid om de instemming van een vertegenwoordiger te verkrijgen. De rechtbank heeft de verzoeken om verdere zorgmachtiging afgewezen, maar benadrukt dat de verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat er op dit moment geen minder bezwarende alternatieven zijn. De beschikking is mondeling gegeven door rechter P.A.M. Penders en schriftelijk uitgewerkt op 6 maart 2023.