4.3Het oordeel van de rechtbank
Het bewijs
Uit het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 juni 2022, p. 35 e.v., blijkt het volgende:
Op dinsdag 14 juni 2022 omstreeks 23:45 uur, kregen wij van het operationeel centrum het verzoek om te gaan naar de [adres] in [woonplaats] . Aldaar zou de melder hebben aangeven dat hij de keel van zijn vriendin had dichtknepen. De vriendin van melder zou nu op de grond liggen en had volgens hem geen hartslag.
Uit het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 juli 2022, p. 228 e.v., blijkt het volgende:
Op het moment dat ze binnen kwam, dacht ik eigenlijk een beetje dat ze misschien gewoon ja weet ik veel d’r excuses aanbood en dat ze zei van sorry de volgende keer ben ik op tijd of zo. En gewoon was weg gegaan of zo maar in plaats daarvan was het gewoon ja, kwam gewoon een confrontatie en ruzie uit voort, en ja dat maakte het gewoon of zo ja ik weet niet dat maakte dat het gewoon verkeerd ging. Dat in plaats van dat ik weg kon gaan, wat ik gewoon had moeten doen op dat moment, maakte dat het me alleen maar gewoon triggerde. Op een gegeven moment dat ik gewoon wou dat ze stopte met praten dat ze gewoon stil was, dat ze stopte met mij zo te kleineren en te beledigen. Maar toen op een gegeven moment, ik werd gewoon helemaal wazig en toen ja, pakte ik haar eigenlijk vast en legde ik haar op de grond neer. En toen in één keer hoorde ik gewoon voor het laatst haar lucht uitblazen of zo. En toen dacht ik shit wat heb ik gedaan, wat is er gebeurd, en toen draaide ik haar om en toen dacht ik ja, volgens mij leeft ze gewoon al niet meer.
A: Nou ja, ik pakte haar gewoon zo om haar heen en ik legde haar op de grond neer, niet met m’n handen, sowieso met m’n arm. Dat weet ik.
Uit het forensisch pathologisch deskundigenverslag naar aanleiding van een mogelijk niet-natuurlijke aard van overlijden van 7 oktober 2022, opgemaakt door drs. P.M.I. van Driessche, p. 498 e.v., blijkt het volgende:
Overledene [slachtoffer]
Naam [slachtoffer] (V)
Geboortedatum [1998]
Geboorteplaats [geboorteplaats]
6 Interpretatie van resultaten
Aan de hals was inwendig letsel (sub B5 t/m B7), met een breuk van het ringkraakbeen en bloeduitstorting. Deze letsels passen zeer goed bij een samendrukkende krachtsinwerking aan de hals. Samendrukkende krachtsinwerking op de hals (en de halsvaten) kan leiden tot zuurstofgebrek van de hersenen ('cerebrale hypoxie') en derhalve ook het overlijden (dan wel het medisch hulpbehoevend worden en het aansluitend overlijden). De stuwing van het hoofd met talrijke stipvormige bloeduitstortingen (sub B4) is zeer goed passend bij een belemmering van de halsvaten door een dergelijke krachtsinwerking.
Bij volledige afsluiting van de halsvaten en hierdoor een onmiddellijk zuurstoftekort voor de hersenen treedt bewusteloosheid op binnen 6 á 10 seconden, gevolgd (bij aanhoudende afsluiting van de halsvaten) door ademhalingsstilstand na gemiddeld 1 tot 3 minuten. Indien de afsluiting van de halsvaten niet volledig is of tijdelijk (deels) opgeheven wordt, zal het proces langer duren.
Er was sprake van een beiderzijdse long- en luchtwegontsteking op basis van inademen van maaginhoud (sub B12). Dit betreft een bekende verwikkeling van langdurige medisch hulpbehoevendheid en hospitalisatie. De bevindingen van vochtstapeling in de hersenen (sub B13) is zeer aspecifiek en kan onder meer gezien worden na beschadiging van de hersenen na zuurstoftekort en kan in deze casus goed passen bij de aangeleverde medische informatie betreffende het verloop.
Het overlijden kan derhalve goed verklaard worden door verwikkelingen van samendrukkende krachtsinwerking aan de hals.
Er waren geen verdere letsels die een rol van betekenis gespeeld hebben ten aanzien van het overlijden (sub A en B8 t/m B11). Er waren geen verdere ziekelijke orgaanafwijkingen (sub A en B14). De bij toxicologisch onderzoek (sub C) aangetroffen stollen kunnen het overlijden niet verklaren en hebben hieraan geen bijdrage geleverd.
Uit het proces-verbaal van verhoor van deskundige drs. P.M.I. van Driessche, op 10 februari 2023, opgemaakt door de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, blijkt het volgende:
In de regel is het na 6 tot 10 seconden dat er bewusteloosheid optreedt bij afklemmen van de halsvaten. De bevindingen zijn zeer veel waarschijnlijker gegeven een scenario met afklemming van meerdere minuten dan gegeven een scenario met afklemming van enkele seconden.
De bloeduitstortingen aan de hals en ook de breuk van het ringkraakbeen passen bij stomp botsend of samendrukkende krachtsinwerking. Die bloeduitstortingen alleen zijn niet verschrikkelijk specifiek, maar in combinatie met de stipvormige bloeduitstortingen aan het hoofd, die ons iets zeggen over afklemming van de halsvaten en gezien er geen andere doodsoorzaak is gebleken, past die combinatie van die drie bij samendrukkende krachtsinwerking aan de hals.
Bewijsoverwegingen
Causaal verband
De rechtbank overweegt dat verdachte [slachtoffer] met zijn arm bij haar nek heeft gepakt, haar op de grond heeft gelegd en vervolgens hoorde dat zij haar adem uitblies. Blijkens het definitieve sectierapport en de conclusies en bevindingen van de forensisch patholoog zijn geen aanwijzingen gevonden voor ziektes die van belang zijn voor het overlijden van [slachtoffer] en kan haar overlijden goed worden verklaard door verwikkelingen van samendrukkende krachtsinwerking aan de hals. De rechtbank gaat uit van deze bevindingen en conclusies. De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat het overlijden van [slachtoffer] , op 17 juni 2022, is veroorzaakt door het dicht drukken van de hals van [slachtoffer] door verdachte op 14 juni 2022.
Voorbedachte raad?
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat uit de inhoud van de bewijsmiddelen niet kan worden geconcludeerd dat de verdachte enig plan had beraamd om het slachtoffer van het leven te beroven.
Ook de in de telefoon van verdachte aangetroffen zoekslagen, evenmin als een eerder incident op 12 juni 2022 waarbij [slachtoffer] haar bewustzijn verloor, rechtvaardigen niet de conclusie dat sprake is geweest van enig vooropgezet plan. Daarbij acht de rechtbank van belang dat verdachte ook op internet heeft gezocht naar mogelijkheden van therapie en hulp terwijl ook overigens uit het dossier volgt dat verdachte vooral zoekende was naar mogelijkheden om de relatie te herstellen.
Voorts gaat de rechtbank, net als de raadsman, ervan uit dat verdachte niet planmatig te werk is gegaan, maar dat hij heeft gehandeld in een plotseling opgekomen aanval van hevige woede en frustratie. Dit is ook af te leiden uit de verklaring van verdachte ter terechtzitting. De lezing dat de agressie van verdachte ontstond in een plotseling opgekomen woede, vindt ondersteuning in de hierna genoemde rapportages van de gedragsdeskundigen die concluderen dat verdachte door zijn persoonlijkheidsproblematiek onvoldoende zicht lijkt te hebben gehad op zijn oplopende boosheid en frustratie en niet goed in staat was zijn eigen grenzen aan te geven.
De rechtbank acht derhalve aannemelijk dat verdachte in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling heeft gehandeld en dat hij, mede in aanmerking genomen het korte tijdsbestek waarin zich alles heeft afgespeeld en de hevigheid van de emoties, daardoor ook niet in de gelegenheid is geweest zich over de gevolgen van zijn daad te beraden.
Dit betekent dat niet kan worden bewezen verklaard dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld zodat hij reeds hierom zal worden vrijgesproken van moord.
Voorwaardelijk opzet
Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank niet bewezen dat sprake is geweest van vol opzet. De enkele constatering dat verdachte gedurende enige tijd de keel van het slachtoffer heeft dichtgeknepen en de gelegenheid heeft gehad om zijn gewelddadige handelingen eerder te staken, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om aan te nemen dat verdachte er met zijn handelen op uit was [slachtoffer] te doden.
Wel is de rechtbank, net als de raadsman, van oordeel dat sprake is geweest van voorwaardelijk opzet. De rechtbank stelt voorop dat voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg – zoals in dit geval het overlijden van [slachtoffer] – aanwezig is indien de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dat gevolg zal intreden.
De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt betekenis toe aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.
Verdachte heeft gedurende enige tijd, waarschijnlijk langer dan 1 minuut, de keel van [slachtoffer] dicht gedrukt met zijn arm. Dergelijke handelingen vergroten ook naar algemene ervaringsregels de aanmerkelijke kans op het verlies van bewustzijn en vervolgens de dood. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte door dit dichtknijpen van de keel bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [slachtoffer] hieraan zou komen te overlijden.
Conclusie
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van doodslag.