In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 2 maart 2023, is een beroep behandeld van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had op 27 augustus 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, maar de verweerder had niet tijdig beslist. Eiseres stelde dat de beslistermijn was overschreden en heeft verweerder in gebreke gesteld. De rechtbank oordeelde dat het beroep gegrond was, omdat verweerder niet binnen de wettelijk gestelde termijn had gereageerd.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een termijn van twaalf weken na de uitspraak een besluit te nemen. Dit was een verlenging van de gebruikelijke termijn van twee weken, die de rechtbank te kort achtte gezien de complexiteit van de herbeoordelingen en het aantal aanvragen. Tevens werd er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat eiseres recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 418,50, en dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- door verweerder moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.