ECLI:NL:RBMNE:2023:1170

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 maart 2023
Publicatiedatum
17 maart 2023
Zaaknummer
16-013191-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor deelname aan een criminele organisatie en drugshandel met gevangenisstraf en taakstraf

Op 17 maart 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1994 in Syrië, die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en drugshandel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte tussen 1 oktober 2020 en 15 februari 2021 in Leerdam en Delft heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die zich bezighield met de handel in cocaïne. De verdachte had een actieve rol binnen deze organisatie, waaronder het opnemen van dealerlijnen, het zelf afleveren van cocaïne, en het aansturen van anderen. Tijdens de doorzoekingen op 15 februari 2021 werden in de woning van de verdachte en zijn ouders aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en een contant geldbedrag van € 5.515,- aangetroffen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 244 dagen gevangenisstraf, waarvan 150 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 150 uur. De rechtbank heeft ook een deel van de tenlastelegging, met betrekking tot het witwassen van een Rolex-horloge, verworpen, omdat de horloge niet aan de verdachte toebehoorde. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de criminele organisatie meegewogen in de strafoplegging.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-013191-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 17 maart 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1994] te [geboorteplaats] (Syrië),
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 19 mei 2021, 11 augustus 2021, 25 oktober 2021, 9 februari 2022 en 20 januari 2023. De zaak is inhoudelijk behandeld op 20 januari 2023. Met instemming van de raadsman en de officier van justitie is het onderzoek ter terechtzitting (enkelvoudig) gesloten op 17 maart 2023 en is aansluitend uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. I.R.V. Out en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. A. Boumanjal, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
In deze zaak is sprake van vijf medeverdachten: [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . Deze medeverdachten worden in het vonnis in het algemeen door de rechtbank met hun achternaam aangeduid.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 20 januari 2023 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 15 februari 2021 in Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden en/of Delft, heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het handelen in harddrugs.
Feit 2
in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 15 februari 2021 in Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden en/of Delft, samen met een of meer anderen, opzettelijk heeft gehandeld in cocaïne.
Feit 3
op 15 februari 2021 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden, opzettelijk cocaïne aanwezig heeft gehad.
Feit 4
op 15 februari 2021 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden, een Rolex en een contant geldbedrag ter hoogte van € 5.500,- heeft witgewassen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen, waarbij hij partiële vrijspraak heeft verzocht voor het witwassen van de Rolex omdat deze niet aan verdachte toebehoorde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 1. Daartoe is aangevoerd dat op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld dat is voldaan aan de eisen die worden gesteld aan een bewezenverklaring van een criminele organisatie. Uit de bewijsmiddelen kan hooguit worden geconcludeerd dat de verdachten ieder afzonderlijk en soms wel eens in de vorm van medeplegen en/of medeplichtigheid strafbare feiten hebben gepleegd. Dat de verdachten elkaar bij tijd en wijle op de hoogte hielden van hun reilen en zeilen en in dezelfde vijver van drugsafnemers visten, elkaars contacten gebruikten en contact met elkaar onderhielden en elkaar weleens hielpen is onvoldoende voor het aannemen van een criminele organisatie. Bovendien kan niet zonder meer gezegd worden dat de gedragingen van verdachte strekten tot of rechtstreeks verband hielden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. De gedragingen van verdachte hadden alles te maken met de verwezenlijking van zijn eigen handel in drugs. In ieder geval heeft verdachte nooit opzet gehad op het deelnemen aan een criminele organisatie.
Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman aangevoerd dat van gedragingen, gericht op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het geld, geen sprake is geweest. Verdachte heeft het geldbedrag slechts voorhanden gehad, waardoor vrijspraak dient te volgen van het impliciet primair ten laste gelegde (artikel 420bis Wetboek van Strafrecht).
De raadsman heeft zich ten aanzien van feiten 2 en 3 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Partiële vrijspraak feit 4
Verdachte wordt vrijgesproken van het witwassen van de in zijn woning aangetroffen Rolex nu deze Rolex niet aan hem toebehoorde. Gelet daarop kan niet zonder meer worden vastgesteld of geconcludeerd dat de Rolex van enig misdrijf afkomstig is, en ook niet dat verdachte, indien de Rolex al van misdrijf afkomstig zou zijn, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de Rolex van misdrijf afkomstig was.
Bewijsmiddelen feiten 2 en 3
Deze feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft deze feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 januari 2023;
  • een proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 december 2020, proces-verbaal nr. 2019367059-301, opgemaakt door [verbalisant 1] , p. 1063 t/m 1066 van proces-verbaal nr. Z2021049411 (A);
  • een proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 november 2020, nr. 2019367059-184, opgemaakt door [verbalisant 2] , p. 1018 t/m 1062 van proces-verbaal nr. Z2021049411 (A);
  • een proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 december 2020, nr. 2019367059-184, opgemaakt door [verbalisant 3] , p. 642 t/m 643 van proces-verbaal nr. Z2021049411 (A);
  • een proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 januari 2020, nr. 2019367059-442, opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , p. 1260 t/m 1264 van proces-verbaal nr. Z2021049411 (A);
  • een proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 mei 2021, nr. 2019367059-723, opgemaakt door [verbalisant 4] , p. 2151 t/m 2153 van proces-verbaal nr. Z2021049411 (D).
Bewijsmiddelen feiten 1 en 4
Op grond van de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, zoals vermeld in de voetnoten, gaat de rechtbank uit van de hieronder weergegeven feiten en omstandigheden. Deze feiten en omstandigheden worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Verklaring verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting van 20 januari 2023 onder meer het volgende verklaard: “Ik heb in cocaïne gehandeld vanaf oktober 2020 tot mijn aanhouding op 15 februari 2021. Als ik bij de politie verklaarde over ‘Meneer’, dan bedoelde ik medeverdachte [medeverdachte 1] daarmee. Ik hielp bepaalde klanten samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Het kan dat telefoonnummer [telefoonnummer] van mij was. Ik heb veel telefonisch contact gehad over drugs met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] . Zo vroeg ik aan medeverdachte [medeverdachte 5] of hij ponypacks had gevouwen en waar hij bleef. Ik heb medeverdachte [medeverdachte 4] ook weleens gevraagd of hij al ponypacks had gevouwen en of hij ergens drugs wilde afleveren. Deze ponypacks vouwden zij voor mij, zodat ik ze kon verkopen. Medeverdachte [medeverdachte 5] mocht mijn auto lenen. Ik word weleens [A] genoemd. In een tapgesprek van 22 december 2020 heb ik mijzelf voorgedaan als ‘ [medeverdachte 1] ’, medeverdachte [medeverdachte 1] , en daarna heb ik gezegd dat ik met hem werkte.
Verklaringen afnemers
Getuige [getuige 1] , woonachtig in [woonplaats] , heeft medio maart 2021 tegenover de politie verklaard dat hij sinds vier jaar cocaïne kocht van [medeverdachte 1] . De overdacht vond bij [getuige 1] thuis plaats en hij betaalde zowel contant als per tikkie. Zowel [medeverdachte 1] zelf als de zus van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] kwamen de cocaïne bezorgen. Laatstgenoemden deden dit wanneer [medeverdachte 1] in Brazilië verbleef. [1] [getuige 1] gaf anderhalf jaar eerder zijn pinpas als onderpand aan [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] behoorde tot dezelfde groep als [medeverdachte 1] . [getuige 1] heeft [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] als de vier genoemde personen herkend aan de hand van een foto. [2]
Getuige [getuige 2] , woonachtig in [woonplaats] , heeft begin maart 2021 tegenover de politie verklaard dat hij [medeverdachte 1] vier jaar eerder leerde kennen als zijn dealer, en dat hij sindsdien drugs bij hem koopt. De drugsdeals vonden plaats bij parkeergelegenheden, bij [medeverdachte 1] thuis in [woonplaats] en hij betaalde cash of per tikkie. [3] Naast [medeverdachte 1] kwamen ongeveer vijf anderen de drugs brengen, waaronder Net en een uit de kluiten gewassen Ethiopiër, die hij herkende op foto’s als zijnde [medeverdachte 1] , verdachte en [medeverdachte 3] . Bij het tonen van een foto van [medeverdachte 5] , verklaarde [getuige 2] dat hij leek op een van de drugsbezorgers. [4] [getuige 2] verklaarde ook dat de bezorgers soms samen reden. [5]
Getuigen [getuige 3] en [getuige 4] , woonachtig in [woonplaats] , hebben op 1 maart 2021 tegenover de politie verklaard sinds een jaar of drie, vier samen cocaïne te kopen bij [medeverdachte 1] . [getuige 3] verklaarde dat hij vanaf april 2020 drie á vier keer per week cocaïne kocht, en daarvoor één keer per week. De deals vonden plaats bij hen thuis, bij de woning van [medeverdachte 1] in [woonplaats] of bij de woning van [verdachte] in [woonplaats] . Het nummer dat zij belden om de drugs te bestelen was steeds anders. Zij kregen dan een sms met een nieuw nummer. Naast [medeverdachte 1] kwamen [medeverdachte 2] en [verdachte] drugs brengen. [medeverdachte 2] zat volgens de getuigen in het huis van [medeverdachte 1] wanneer hij in Brazilië verbleef. Zij dealde toen samen met [verdachte] . De getuigen verklaarden wel eens te hebben geklaagd bij [medeverdachte 1] over de kwaliteit en hoeveelheid van de drugs, maar omdat [medeverdachte 1] dan in Brazilië zat, zei hij steeds dat ze het met [medeverdachte 2] en [verdachte] moesten regelen. [medeverdachte 1] was volgens de getuigen de leider van de groep. [getuige 3] en [getuige 4] hebben verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] herkend aan de hand van foto’s. [6]
Verblijf medeverdachte [medeverdachte 1] in buitenland
Uit door de politie opgevraagde vluchtgegevens is gebleken dat medeverdachte [medeverdachte 1] in de periode 5 oktober 2020 tot en met 14 januari 2021 in Brazilië heeft verbleven. [7]
Tapgesprekken en dealernummers
Gedurende het onderzoek zijn vanaf 13 oktober 2020 meerdere telefoonnummers getapt. De (nieuwe) dealnummers werden bekend door printertaps op gebruikers, via de tap op de (oude) dealnummers of via een SMS bericht. [8]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] werd alleen gebruikt voor zakelijke gesprekken die betrekking hadden op het maken van afspraken of ontmoetingen over de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn. [9] Verdachte [10] , Medeverdachte [medeverdachte 2] [11] en medeverdachte [medeverdachte 3] [12] zijn middels stemherkenning herkend als gebruikers van deze dealerlijn. Het telefoonnummer [telefoonnummer] werd alleen gebruikt voor zakelijke gesprekken die betrekking hadden op het maken van afspraken of ontmoetingen over de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn. [13] Verdachte [14] , en medeverdachte [medeverdachte 3] [15] zijn middels stemherkenning herkend als gebruikers van deze dealerlijn.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] werd alleen gebruikt voor zakelijke gesprekken die betrekking hadden op het maken van afspraken of ontmoetingen over de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn. [16] De volgende namen worden door gebruikers van de dealerlijn gebruikt: [medeverdachte 2] , [A] , [verdachte] , [verdachte] . [17]
Uit analyse van de tap op dit telefoonnummer is onder meer het volgende gebleken:
07-11-2020
[telefoonnummer] belt uit met [telefoonnummer]
: Ik sta bij dinges voor het huis eigenlijk, omdat er niet opgenomen werd. In [woonplaats] zeg maar.
[medeverdachte 2] : Niet opgenomen? Dit is onze nieuwe nummer schat.
[telefoonnummer] : Gister nam er niemand op
[medeverdachte 2] : Er wordt ook niet opgenomen op die andere nummer. Dit is het nieuwe nummer
[telefoonnummer] : Die had ik niet gehad
[telefoonnummer] : Gister nam er niemand op
[medeverdachte 2] : Er wordt ook niet opgenomen op die andere nummer. Dit is het nieuwe nummer
[telefoonnummer] : Die had ik niet gehad
[medeverdachte 2] : Normaal doen we om de 2 weken een ander nummer hadden we iedereen smsje verzonden. [18]
Op 27 oktober 2020 werd door het nummer [telefoonnummer] de volgende SMS verzonden:
Dit is mijn nieuwe nr gr [medeverdachte 1] . [19]
Bovengenoemd telefoonnummer werd alleen gebruikt voor zakelijke gesprekken die betrekking hadden op het maken van afspraken of ontmoetingen voor de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn. [20]
Op 17 november 2020 werd door het nummer [telefoonnummer] de volgende SMS verzonden:
Hey dit is me nieuwe nummer gr [medeverdachte 1] . [21]
Bovengenoemd telefoonnummer werd alleen gebruikt voor zakelijk gesprekken die betrekking hadden op het maken van afspraken of ontmoetingen voor de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn, waaronder medeverdachte [medeverdachte 2] . [22]
Op 29 december 2020 werd door het nummer [telefoonnummer] de volgende SMS verzonden:
Hey dit is me nieuwe nummer gr [medeverdachte 1] . [23]
Bovengenoemd telefoonnummer werd alleen gebruikt voor zakelijk gesprekken die betrekking hadden op het maken van afspraken of ontmoetingen voor de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn. Na 15 januari 2021 was medeverdachte [medeverdachte 1] de gebruiker van het nummer. [24]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1] . [25] Uit analyse van de tap op dit telefoonnummer is onder meer het volgende gebleken:
28-01-2021
[telefoonnummer] SMS [telefoonnummer]
: kan nu ook iemand sturen
[telefoonnummer] : Als je wilt, is een Syriër, [A](de rechtbank begrijpt: verdachte)
[telefoonnummer] : Hij is te vertrouwen broer
[telefoonnummer] : Is die onderweg
[telefoonnummer] : Ja broer hij sms't je
Het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1] . [26] Uit analyse van de tap op dit telefoonnummer is onder meer het volgende gebleken:
25-01-2021
[telefoonnummer] belt uit met [telefoonnummer]
vraagt waar is [medeverdachte 1]
[telefoonnummer] zegt Hij is er niet man [27]
[telefoonnummer] zegt Je mot even voor mij een brok regelen, ik kom zo naar Leerdam
[telefoonnummer] zegt Ja is goed [28]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] . [29] Uit analyse van de tap op dit telefoonnummer is onder meer het volgende gebleken:
06-11-2020
[medeverdachte 2] belt uit met [medeverdachte 5] [telefoonnummer]
[medeverdachte 2] : Kun jij naar Asperen gaan, Kerk?
[medeverdachte 5] : oke is goed. [30]
(...)
[medeverdachte 5] zegt dat hij geen hele meer heeft. Maar nog wel heel wat 25ers. [medeverdachte 2] zegt dat [medeverdachte 5] vervolgens naar Spijk moet gaan, beneden bij de dijk. [31]
07-11-2020 [32]
[medeverdachte 2] belt uit met [medeverdachte 5] [telefoonnummer]
[medeverdachte 5] : Dan rij ik ook even door naar jou toe want ik moet even aanvullen
[medeverdachte 2] : Ow jaja, zoiezo maar we hebben nu geen bellers. [33]
[medeverdachte 2] : Ze staan te wachten, je bent wel echt traag vandaag. Ik krijg boze mensen.
[medeverdachte 2] : Kleintjes heb je nog alleen? Dan moet je vragen of [A] je.
[medeverdachte 5] : Heb je hem
Verba: [verdachte] neemt de telefoon van [medeverdachte 5] over.
[medeverdachte 2] : Hey broer geef hem wat die nodig heeft maar niet teveel he, voor de klanten. Wat heeft die nou nog zei die? 4 kleintjes?
[verdachte] tegen [medeverdachte 5] : Wat heb je nog maat
[medeverdachte 5] op achtergrond: 4 plaatjes nog
[verdachte] : Geef hem ehh, kom ik weet al wat ik ga geven.
[medeverdachte 2] : Wat ga je geven?
[verdachte] : vier 25 en 2 grote
[medeverdachte 2] : Ja ja is goed. En schrijf alles op wat je hem geeft he.
[verdachte] : Ja ja doe ik [34]
08-11-2020
[medeverdachte 2] belt uit met [telefoonnummer]
[medeverdachte 2] : heel veel klanten willen dat ik kom. Wajoo. [medeverdachte 1] gaat problemen als die terug is. Ze zijn mij gewend nu. [35]
13-11-2020
[medeverdachte 2] belt uit met [medeverdachte 5] [telefoonnummer]
[medeverdachte 2] : maar ntv zei toch tegen jou dat ik die ntv[medeverdachte 4] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 4] )
zou laten werken omdat hij zat te zeuren bij [medeverdachte 1] , dat hij geen weekenden draaide toch?
[medeverdachte 5] : Maandag was eeh [medeverdachte 4] effe een keer mee gegaan, maar ik dacht eerder de hele week met hem mee was gegaan. Hij zegt ja, het is bijna nooit genoeg. Zoveel honderden euros komen binnen en het is nog niet genoeg bij hem.
[medeverdachte 2] : Maar ja als hij gaat zeuren bij [medeverdachte 1] , dat ie zogenaamd alleen maar door de weeks krijgt, dan krijgt ie toch lekker nu weekend erbij .. zoek ie maar lekker uit.
[medeverdachte 2] : Om te vouwen, hij gaat niet zomaar zo aan die dingen zitten waar ik niet bij ben. Ik ben toch degene die altijd voor de hele week voor hem maakt. [36]
[medeverdachte 2] : Ja maar weet je wat het is [medeverdachte 5] . Hij werkt al heel het jaar [A](de rechtbank begrijpt: verdachte)
dus ik begrijp hem niet. Ik laat hem 4 dagen werken. Ik pak alleen donderdag, vrijdag en zaterdag pak ik. [37]
28-11-2020
[medeverdachte 2] belt uit met [medeverdachte 5] [telefoonnummer]
[medeverdachte 2] Heeft [B] Utrecht nu. [medeverdachte 2] wilde kijken of [A] die wilde doen
[telefoonnummer] [medeverdachte 5] Ik wil het ook wel doen,
[telefoonnummer] [medeverdachte 2] Hij moet 3 heles hebben. Ik kom nu naar huis en dan moet jij fftjes [B] doen. dan hou ik hier de boel. [38]
13-12-2020
[medeverdachte 2] belt uit met [telefoonnummer]
[medeverdachte 2] : Ewa 2 maanden, 3 maanden verder, mijn broer gaat naar Brazilië. Mijn broer zegt jij moet mijn zakenwaarnemer worden. Ik ga weg, jij bent in die tijd in mijn flat tot ik terug ben. Hij voelde zich geen man meer bij me omdat ik zeg maar mijn broer de werk heb overgenomen. [39]
18-12-2020
[medeverdachte 2] belt uit met [medeverdachte 4] [telefoonnummer]
[medeverdachte 2] : Ja lekker voor je. Kan je alsjeblieft jack ook gelijk pakken bij de Karwei?
[medeverdachte 4] : Ja is goed. [40]
23-12-2020
[medeverdachte 2] wordt gebeld door nnm [telefoonnummer]
: Kijk, ik wil, ik wil NTV halen weet je wel.
[telefoonnummer] : Ja he, maar [naam] (fon) kwam. Hij is niet chill man, hij doet dom tegen mij.
[medeverdachte 2] : Oke ik ga effen bellen.
[telefoonnummer] : Nee nee nee dat moet je niet zeggen, nee niet zeggen.
[medeverdachte 2] : Ja tuurlijk wel, ik ben de baas he.
[medeverdachte 2] : NTV. Maar je bent niet de eerste die klaagt. Hij gaat ... Waar ben je? Hij moet naar
LRC komen toch?
[telefoonnummer] : Nee maar hij is altijd chagrijnig daarom weet je. Ik heb dan geen zin meer om hem te bellen joh want dan denk ik bij me eigen fack hem dan.
[medeverdachte 2] : Ben 'r alleen op donderdag vrijdag zaterdag. Hij is de rest van de dagen. [41]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 5] . [42] Het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] . [43] Het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij verdachte. [44] Het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) stond op naam van en was in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 4] . [45]
Uit analyse van de tap op het telefoonnummer [telefoonnummer] is onder meer het volgende gebleken:
28-10-2020
[medeverdachte 5] belt uit met [verdachte] [telefoonnummer] .
[medeverdachte 5] zegt bij de garage bij Glasstad Leerdam te zijn. [telefoonnummer] stelt voor om [medeverdachte 5] op te halen zodat [medeverdachte 5] even kan rijden. [medeverdachte 5] zegt wel even wachten. [telefoonnummer] zegt dat hij dan telefoontjes kan doen. [46]
29-10-2020
[medeverdachte 5] wordt gebeld door [telefoonnummer] 1996
[medeverdachte 5] : Kom jij eventueel nog, ja ik heb maar voor 20, maar kom jij eventueel nog in de buurt van Culemborg denk je?
[telefoonnummer] : Nee schat nu eventjes niet want de inkoop moet zo worden gedaan. [47] Ik heb helemaal
geen tijd om nu naar Culemborg te rijden.
[telefoonnummer] : Het is en al druk voor mezelf en de inkoop komt dus dan moet je wel even wachten.
[medeverdachte 5] : Nee is goed. Ah de nieuw nieuw, oke.
[telefoonnummer] : Maar lieve schat, Culemborg komen we zoiezo niet voor 20 dat weet je he.
[telefoonnummer] : Kom je morgen helpen of niet?
[medeverdachte 5] : Ja maar dat word na 8 uur.
[telefoonnummer] : Ja want je weet dit weekend wordt gekkenhuis he.
[medeverdachte 5] : Ja zaterdag zoiezo hoor, dat wel, die staat al in de planning voor je
[telefoonnummer] : Omdat iedereen zijn papieren heeft deze week.
[medeverdachte 5] : Ja zeker, iedereen heb gebeurd he. [48]
31-10-2020
[medeverdachte 5] belt uit met [verdachte] [telefoonnummer]
[medeverdachte 5] : Kom naar buiten er staan mensen te wachten. [medeverdachte 2] zei ook al dat je de klanten anders door moet geven aan haar.
[verdachte] : Ik kom eraan. [49]
6-11-2020
[medeverdachte 5] belt uit met [medeverdachte 2] [telefoonnummer] .
[medeverdachte 5] : Hey die van 56 heeft die een tikkie betaald of?
[medeverdachte 2] : Ja twee keer 20 ja.
[medeverdachte 2] : En [C] heeft me gebeld maar ik zei dat jij bij een andere deur stond dat je de weg
kwijt was.
[medeverdachte 2] : En moedertje en dan doe ik wel de ABN A en B. Als jij [C] doet en Hema dan doe ik die andere. Ik zeg je eerlijk, begin weer die spitsuur. Die Leerdammers houden niet op.
Hallo? Ben je er nog?
[medeverdachte 5] : Ja muts, ik was het net in de brievenbus aan het gooien. Moest ik even stil zijn. [50]
8-11-2020
[medeverdachte 5] belt uit met [medeverdachte 2] [telefoonnummer]
[medeverdachte 5] : Even een tikkie van 50
[medeverdachte 2] : Even kijken, welk nummer?
[medeverdachte 5] : Eindigt op 61
[medeverdachte 2] : Wacht even, blijf aan de lijn. Heeft hij daar gister mee getikt?
[medeverdachte 5] : Ja
[medeverdachte 2] : Zeg tegen hem na 3 uur rijden wij niet. [51]
14-11-2020
[medeverdachte 5] belt uit met [medeverdachte 2] [telefoonnummer]
[medeverdachte 5] : Ik rijd al bij die stoplichten. Laat hem maar naar voren komen, [D] .
[medeverdachte 2] : [D] , oke is goed. En [E] heb je ook al gehad toch?
[medeverdachte 5] : Nee daar ga ik daarna naartoe. [52]
20-11-2020
[medeverdachte 5] belt uit met [medeverdachte 2] [telefoonnummer]
[medeverdachte 5] : Ik kom even richting huis want heb even een aanvullende verzekering nodig, ik heb effen te weinig, even aanvullen.
[medeverdachte 2] : Heb je helemaal niks meer dan?
[medeverdachte 5] : Jewel jewel, zo'n grote en 2 kleine en een vijfen. [53]
Uit analyse van de tap op het telefoonnummer [telefoonnummer] is onder meer het volgende gebleken:
31-10-2020
[verdachte] wordt gebeld door [telefoonnummer]
[verdachte] geeft aan dat hij papiertjes aan het maken is. [telefoonnummer] vraagt of hij bij [medeverdachte 2] is. [verdachte] zegt "ja". [verdachte] : Ik ben nou geen auto aan het rijden he. Dat doet zij. Gister was zij dat aan het maken en vandaag ben ik aan het maken en is zij aan het rijden.
07-11-2020
[verdachte] wordt gebeld door [telefoonnummer]
[verdachte] : Ik stuur [medeverdachte 5] naar jou. [medeverdachte 5] , [medeverdachte 5] stuur ik naar jou. Kom maar bij de Plus. Hij is daar nu met 1 minuut. Hoeveel heb je nodig, 20? [telefoonnummer] : Ik wil 20. Morgen 11 uur doen we weer alles afrekenen oke? [verdachte] : Ik ben er niet bij hem moet je direct afrekenen. [54]
7-11-2020
[verdachte] belt uit met [medeverdachte 5]
[verdachte] : [medeverdachte 5] , kun jij alsjeblieft die Lange Turk bij [F] (FON) doen?
[medeverdachte 5] : Is goed maar ik doe eerst [G] (FON). [55]
14-11-2020
[verdachte] wordt gebeld door NNM [telefoonnummer]
: Ik ga naar de stad toe hoelaat zie ik je daar?
[verdachte] : Ik heb vandaag geen dienst je moet ff die andere bellen.
[verdachte] wordt gebeld door NNM [telefoonnummer]
vraagt of het goed is dat hij naar de 5e verdieping komt.
[verdachte] zegt dat hij naar hem moet komen, bij [medeverdachte 1] . [56]
18-12-2020
[verdachte] belt uit met [medeverdachte 4] [telefoonnummer]
: Kom ff kwartiertje vouwen maat dan kan je weer gaan: Jaa ik kom er zo aan. [57]
22-12-2020
[verdachte] belt uit met [telefoonnummer]
vraagt met wie ze spreekt. [verdachte] zegt: met [medeverdachte 1] . [telefoonnummer] zegt dat ze niet met [medeverdachte 1] spreekt. [verdachte] zegt: Ja ik weet, ik werk met hem. [telefoonnummer] moet [medeverdachte 1] hebben. [verdachte] zegt dat hij er niet is en over twee weken terug is. [58]
31-12-2020
[verdachte] belt uit met [medeverdachte 2] [telefoonnummer]
[verdachte] : Kan jij snel langs huis komen bij jou? Want ik heb niks meer.
[medeverdachte 2] : Zo snel?
[verdachte] : Ja, maar ze hadden allemaal 200, 100, 300, wolla, chaos joh.
[medeverdachte 2] : Oke, weet je waarom? Bij mij is het rustig. Misschien bellen ze nu bij jou op je
telefoon he. [59]
Uit analyse van de tap op het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) is onder meer het volgende gebleken:
11-12-2020
[medeverdachte 4] belt uit met [telefoonnummer]
: Hallo
[medeverdachte 4] : Yo met [medeverdachte 4] van dinge, van [medeverdachte 1] , waar ben jij. [60]
20-12-2020
[medeverdachte 4] wordt gebeld door [telefoonnummer]
: Ja maar heb je nou niks zeg maar
[telefoonnummer] : Nee ik heb nu effen niks nee. Of je moet [A] even bellen, ik weet niet of [A] nog wat
heeft. [61]
24-12-2020
[medeverdachte 4] belt uit met [medeverdachte 5] [telefoonnummer] .
[telefoonnummer] : Weet je, ik ben het helemaal zat om te rijden? Ik zou eigenlijk vanavond moeten rijden,
maar ik heb vanavond kerstdiner maar ik had geen zin.
[medeverdachte 5] : Ja groot gelijk ook, het is jouw leven he. Jij hebt ook een leven.
[telefoonnummer] : Ja maar weet je wat het is, zij denken dat ik altijd alles moet doen of wat dan ook.
[medeverdachte 5] : Ja maar dat was met mijn ook effen. Ik denk van ja aan 1 kant oké, ik deed het effen
voor haar maar
[telefoonnummer] : Ja maar ze gebruikt je gewoon, ze gebruikt je gewoon.
[telefoonnummer] : Ik moet morgen met kerst en ehh ook nog en dat betekend dat ik vanavond niks kan doen. Ik heb heel de week hard gewerkt.
[medeverdachte 5] : Ja, ja waarvoor. Waarom
[telefoonnummer] : Luister, ik heb ook een leven, ik werk ook hard.
[telefoonnummer] : En ehh voor die ehh. Ik krijg maar 50 euro NTV voor een zaterdag en zondag en dan werk ik gewoon 12 uur he.
[medeverdachte 5] : Dat is eigenlijk niks.
[telefoonnummer] : Ja ik had zaterdag zelfs een klus afgezegd om voor hun te gaan werken, kon met die klus 500 verdienen en kreeg zaterdag maar 50. Maarja moet je maar niet zeggen maar als [medeverdachte 1] terug is ga ik het er wel over hebben hoor.
[medeverdachte 5] : Ja ja daarom. En alles komt op jou, op mij, neer.
[telefoonnummer] : Ja, ik moet facking veel doen.
27-12-2020
[medeverdachte 4] belt uit met [medeverdachte 5] [telefoonnummer] .
[telefoonnummer] : Ze zegt ja vind het wel een beetje jammer dat je met kerst niet bent geweest.
[medeverdachte 5] : Ja sorry hoor, effen een keer een zondag voor mijzelf.
[telefoonnummer] : Ja joh daarom joh. Ze begrijpen het allemaal niet. [medeverdachte 2] belde net. Ik zeg ja ik moet morgen ook gewoon weer werken. Ja dat kan wel? Ik zeg ja dat kan wel ja. [62]
[telefoonnummer] : Dit is niet mijn inkomen he wat ik voor jullie doe. Ik zeg dat is liefdadigheid wat ik voor jullie doe.
[medeverdachte 5] : Ja inderdaad, want wat krijg je ervoor.
[telefoonnummer] : 50 euro, donder op, bij [medeverdachte 1] krijg ik altijd 150 euro.
[telefoonnummer] : Ja maar goed, ik weet dondersgoed wat ze allemaal verdienen joh.
[medeverdachte 5] : Kijk en zij stuurt het allemaal weer naar hem toe natuurlijk
[telefoonnummer] : En nou moet ik weer vouwen voor ze weetje wel.
28-12-2020
[medeverdachte 4] belt uit met [medeverdachte 5] .
[telefoonnummer] : Nou ik heb ook bonje gehad hoor met het werkfront. En gister moest ik vouwen. [63] Ik kreeg gister om half 7 van [A] die papiertjes om te vouwen ja. Heb ik gisteravond heb ik er 200 van 20, 200 van 25 en 100 van ehh 50 gemaakt. En zegt ze zo weinig. [64]
01-01-2021
[medeverdachte 4] wordt gebeld door [telefoonnummer]
: Ja want als ik met [medeverdachte 1] meereed in het weekend weet je wel, van 2 tot 5 uur 's ochtends, kreeg ik gewoon 150 a 200 euro hé. En van [medeverdachte 2] maar 50. [65] : Ik ga al zo lang met [medeverdachte 1] mee. Ik weet precies wat ze verdienen he. [66]
15-02-2021
[telefoonnummer] [ [medeverdachte 4] ] belt uit met [telefoonnummer]
: Nou [medeverdachte 1] (fon), [H ] (fon) [medeverdachte 3] (fon) [medeverdachte 2] (fon) en leveranciers opgepakt, de hele ketting is opgerold. Daar heb ik echt geluk gehad hoor, want ik heb ook paar keer aan die telefoon gezet. Ja [medeverdachte 1] (fon) voelde het al aan, maar ja hij heeft dus niet al zijn klanten nummers heeft hij niet aan [I] (fon) gegeven. Dus dat is mooi kut. Dus we kunnen ook niet verder. Het is gewoon klaar het hele feest. [67] Het komt door die mensen dia aan zijn huis komen om zooi te halen. Maar goed tot die tijd dat ik geen inval heb ik zei tegen [I] (fon) misschien dat wij dan savonds ff klanten in stand zien te houden een beetje gewoon deels. Dan hebben we in ieder geval wat extra geld. Ik vind wel apart dat ze met mij niets hebben gedaan, ik ben toch regelmatig aan het rijden voor ze dus. [68] Mijn vriendengroep zaten in de cocaïne en die zijn allemaal opgepakt vandaag. [69] Iedereen is opgepakt. [medeverdachte 3] , [A] , ehh [medeverdachte 1] , allemaal inval gedaan vannacht. [70]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) werd gebruikt voor zakelijke gesprekken die betrekking hebben op het maken van afspraken en of ontmoetingen voor de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn, waaronder [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 2] ). Medeverdachte [medeverdachte 1] was na 15 januari 2021 ook de gebruiker van dit telefoonnummer. [71]
17-01-2021
[medeverdachte 1] wordt gebeld door [telefoonnummer]
[medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ): Hé maat
N: Yo maat
[medeverdachte 1] : Leef jij nog jongen
N: Ja ik leef nog wat dan
[medeverdachte 1] : Ja ik hoor dat je al anderhalve maand niet geweest was
N: Nee ja ik heb wel een paar keer geappt maar dan kwam er niemand en ik doe het niet heel
veel meer
[medeverdachte 1] : Nee je haalt bij iemand anders hoor ik, dus dat is niet waar wat je nou zegt, eerlijk zijn tegen mij altijd, ik denk vraag wat er aan de hand is, ik ben terug uit Brazilië, ik hoorde het net, maar wie app jij dan, sms of appen
N: Smsen
[medeverdachte 1] : En niemand reageerde
N: nee ook om 3 uur
[medeverdachte 1] : Wanneer gisteren
N: Nee dat was niet gisteren, of ze komen laat
[medeverdachte 1] : Oké dan weet ik dat, ik ben net terug en ik denk wat is er aan de hand jongen, me maatje
komt niet meer
N: Niks aan de hand , maar of het kan lang duren
[medeverdachte 1] : Dus ze hebben het allemaal kut gedaan, helemaal slecht dus
N: Ja, tenminste ik vind het niet best als het zo lang duurt [72]
[medeverdachte 1] : maar wie was dat weet jij dat, wie er zo lang overdeed
N: Nee, ja bijna allemaal wel een keer
[medeverdachte 1] : Dus dan belde je en dan was het uhh, maar er was niet iets anders aan de hand of zo want dat moet ik weten
N: Nee, daarna hebben we gewoon bij anderen gehaald
[medeverdachte 1] : Oké, maar het is niet dat iemand jou dat heb aangeboden of zo van mijn kant, niemand hè
N: nee dat zeker niet man
[medeverdachte 1] : Oké, nou ja dan is het goed, ik ben gewoon terug nou dan weet je dat ja. Ik loop in elk geval zelf even, ik ben te lang weggeweest 6 maanden, dan gaan de muizen op tafel dansen, dus de pootjes moeten weer afgehakt worden. [73]
Aangetroffen verdovende middelen
Op maandag 15 februari 2021 werd er in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] aan de [adres] te [woonplaats] een doorzoeking gedaan. [74] Daarbij werd in totaal een hoeveelheid van 109, 04 gram cocaïne in beslag genomen. [75]
Op maandag 15 februari 2021 werd er in de woning van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] en de woning van zijn ouders aan de [adres] te [woonplaats] een doorzoeking gedaan. [76] Daarbij werd in totaal een hoeveelheid van 25,66 gram cocaïne in de woning van verdachte in beslag genomen en een hoeveelheid van 27,2 gram cocaïne in de woning van zijn ouders. [77]
Aantreffen contant geld
Op 15 februari 2021 werd in de woning van verdachte, gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , onder andere een contant geldbedrag van (in totaal) € 5.515,- aangetroffen. [78] Verdachte heeft in een verhoor bij de rechter-commissaris van 18 februari 2021 verklaard dat dit geldbedrag van hem was. [79]
Bewijsoverwegingen
Deelname aan een criminele organisatie (artikel 11b Opiumwet)
Met betrekking tot de tenlastegelegde deelname aan een criminele organisatie stelt de rechtbank het volgende voorop. Voor een bewezenverklaring van deelname aan een criminele organisatie is ten eerste vereist dat sprake is van een ‘organisatie’. Volgens vaste jurisprudentie betekent een organisatie: een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Niet is vereist dat de verdachte heeft samengewerkt met alle andere personen van de organisatie, dat zij die kende of dat er steeds in dezelfde samenstelling werd samengewerkt (vgl. HR 22 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7134).
Een organisatie is ‘crimineel’ als die organisatie het plegen van misdrijven als doel heeft, in dit geval het handelen in harddrugs.
Van 'deelneming' aan een organisatie als bedoeld in artikel 11b Opiumwet kan slechts dan sprake zijn als verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk. Het is niet vereist dat vast komt te staan dat verdachte heeft samengewerkt met, of in ieder geval bekend is met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. De deelneming moet voor verdachte op zichzelf worden beoordeeld.
Over het bestaan van een criminele organisatie, de structuur daarvan en de bijdrage van verdachte daaraan overweegt de rechtbank het volgende.
Op grond van de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank af dat verdachte in de periode vanaf 13 oktober 2020 tot en met 15 februari 2021 samen met een of meerdere medeverdachten een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband vormde, welke organisatie tot oogmerk had het – kort gezegd – handelen in cocaïne. Verdachte kan als deelnemer aan deze criminele organisatie worden aangemerkt.
De afnemers hebben verklaard over een groep personen die in de pleegperiode cocaïne kwam brengen, en hebben verdachte en een aantal van zijn medeverdachten geïdentificeerd als personen uit die groep. Enkele afnemers wijzen medeverdachte [medeverdachte 1] aan als leider van de groep. Wanneer medeverdachte [medeverdachte 1] in het buitenland was moesten zij ‘het regelen’ met verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] . Uit de tapgesprekken volgt voorts dat medeverdachte [medeverdachte 2] door medeverdachte [medeverdachte 1] is geïnstrueerd om zijn rol als leider van de criminele organisatie over te nemen wanneer hij in het buitenland zat. Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft hieraan gevolg gegeven en medeverdachten aangestuurd door hen onder meer naar adressen van afnemers te sturen en opdracht te geven tot bevoorrading. Verdachte had in de periode dat [medeverdachte 1] in het buitenland verbleef (oktober 2020 tot en met medio januari 2021) op sommige momenten ook een aansturende rol en heeft zelf ook drugs rondgebracht. Uit de tapgesprekken volgt verder dat, wanneer medeverdachte [medeverdachte 1] terugkeerde uit het buitenland, hij de leiding overnam.
Uit de tapgesprekken blijkt verder dat medeverdachten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] een vaste rol hadden als ‘rijders’. Zij kregen betaald voor het afleveren van de drugs door medeverdachte [medeverdachte 1] en – in zijn afwezigheid– door zijn zus, medeverdachte [medeverdachte 2] . Medeverdachten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] werden door medeverdachten [medeverdachte 1] . en [medeverdachte 2] en verdachte aangestuurd. Soms vouwden [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] ook ponypacks, die vervolgens door henzelf, of door verdachte of een ander lid van de organisatie werden verkocht.
Uit het dossier volgt ook dat veel van de afgetapte zogeheten ‘dealerlijnen’ bij de verschillende medeverdachten in gebruik waren. Wanneer naar deze nummers werd gebeld kregen afnemers verdachte of een aantal van zijn medeverdachten aan de telefoon, waarna zij drugs konden bestellen. Vervolgens kwamen verdachte of een of meerdere van zijn medeverdachten de drugs bezorgen. In getapte gesprekken is te horen dat verdachte zich voordoet als medeverdachte [medeverdachte 1] (‘ [medeverdachte 1] ’), en wanneer er een nieuw dealnummer in gebruik werd genomen werd naar afnemers een algemeen sms-bericht gestuurd met (ongeveer) de tekst: ‘dit is mijn nieuwe nr., gr. [medeverdachte 1] .’ Verdachte en zijn medeverdachten traden hierdoor naar buiten toe op als een (crimineel) samenwerkingsverband. Dit samenwerkingsverband was gelet op de frequentie waarmee werd gedeald en de periode waarin het bestond, duurzaam. Gelet op de vaste samenwerkingsverbanden (al dan niet in wisselende samenstelling), de vele dealerlijnen die door meerdere verdachten werd bemand, de interne communicatie waaruit een patroon van aansturing door vaste personen blijkt en de vaste rol die bijvoorbeeld medeverdachten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] hadden als ‘rijders’, was dit samenwerkingsverband ook gestructureerd. Het enkele gegeven dat verdachte en/of een of meerdere medeverdachten naast hun rol in dit criminele samenwerkingsverband mogelijk ook zelfstandig handelde(n) in drugs, doet aan het bestaan van en de deelname aan het criminele samenwerkingsverband niet af.
Op grond van de bewijsmiddelen en het hiervoor overwogene acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het handelen in harddrugs, als strafbaar gesteld in artikel 11b Opiumwet. Het onder feit 1 ten laste gelegde is daarmee wettig en overtuigend bewezen.
Feit 4
In de woning van verdachte is op 15 februari 2021 een contant geldbedrag ter hoogte van € 5.515,- aangetroffen. Verdachte heeft bekend dat dit geld van hem was. Verdachte had op dat moment en in de periode daarvoor geen legaal (contant) inkomen wat het bezit van het aangetroffen contante geld kan verklaren. Wel handelde hij, zoals de rechtbank hieronder zal bewezen verklaren, van oktober 2020 tot en met medio februari 2021 in harddrugs. De rechtbank gaat er daarom van uit dat het het geldbedrag uit eigen misdrijf afkomstig is. Verdachte heeft verklaard dat het geldbedrag spaargeld betrof. De rechtbank is van oordeel dat deze verklaring van verdachte op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is. Daarbij is van belang dat verdachte in de vier maanden voorafgaand aan het aantreffen van het geldbedrag intensief heeft gehandeld in cocaïne, en dat hij daarmee geld heeft verdiend, alsook dat verdachte heeft verklaard dat hij in coronatijd geen inkomsten uit (legaal) werk had.
Er is gezien het hiervoor overwogene geen andere conclusie mogelijk dan dat het geldbedrag afkomstig is uit de handel in harddrugs. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder feit 4 ten laste gelegde.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 13 oktober 2020 tot en met 15 februari 2021 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van harddrugs, zijnde, een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10, vierde lid, Opiumwet.
Feit 2
in de periode van 13 oktober 2020 tot en met 15 februari 2021 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (gebruikers)hoeveelheden cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Feit 3
op 15 februari 2021 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden opzettelijk aanwezig heeft gehad een of meer (gebruikers)hoeveelheden, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Feit 4
op 15 februari 2021 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden een voorwerp, te weten
- een geldbedrag ter hoogte van (ongeveer) 5500 euro voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, vierde lid van de Opiumwet.
Feit 2
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Feit 3
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Feit 4
eenvoudig witwassen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 244 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 150 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
- een taakstraf van 100 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 50 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om aansluiting te zoeken bij de eis van de officier van justitie.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende bijna vier maanden schuldig gemaakt aan het samen met anderen handelen in cocaïne. In deze periode nam verdachte samen met een aantal medeverdachten deel aan een criminele organisatie die de handel in cocaïne tot oogmerk had. Deze criminele organisatie was zeer actief en voorzag veel drugsgebruikers van illegale verdovende middelen. De rol van verdachte in de organisatie was onder andere het opnemen van de zogeheten ‘dealerlijnen’, het zelf afleveren van cocaïne, het aansturen van anderen (zoals medeverdachte [medeverdachte 4] ), en het gebruiken van zijn woning als verkooplocatie van cocaïne. Naast de benadeling van de gezondheid van de afnemers, heeft verdachte met zijn handelen een niet geringe bijdrage geleverd aan de instandhouding van de cocaïnehandel, en alle daarmee gepaard gaande gevaren voor de openbare orde en de maatschappelijke veiligheid. Daarnaast heeft verdachte in zijn woning en die van zijn ouders opzettelijk circa 50 gram cocaïne aanwezig gehad, en heeft hij een contant geldbedrag van meer dan € 5.500,- voorhanden gehad, waarvan de rechtbank aanneemt dat dit opbrengsten uit de drugshandel zijn.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met het meest recente uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 29 november 2022. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte, waaraan onder nadere reclasseringstoezicht was gekoppeld, geen informatie meer ontvangen van de reclassering. Hieruit concludeert de rechtbank dat verdachte zich aan alle aan de schorsing verbonden voorwaarden heeft gehouden.
Strafoplegging
De rechtbank heeft bij het bepalen van een passende straf in eerste instantie rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, en straffen die daarvoor in soortgelijke gevallen plegen te worden opgelegd. De LOVS-oriëntatiepunten voor het dealen van harddrugs gaan, voor een alleen-opererende dealer die gedurende drie tot zes maanden regelmatig dealt, uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden. In dit geval is sprake van een dealer die gedurende ruim vier maanden samen met een of meer anderen heeft gedeald, in een crimineel samenwerkingsverband. Voor het voorhanden hebben van 50 gram cocaïne gaan de LOVS-oriëntatiepunten uit van een taakstraf van 80 tot 150 uren.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de officier van justitie een relatief lage straf heeft geëist, en dat deze, wanneer zou worden uitgegaan van straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd, in beginsel hoger zou uitvallen. De rechtbank kiest er evenwel voor om de eis van de officier van justitie als uitgangspunt te nemen bij het bepalen van de straf en verdachte dus geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan zijn voorarrest. Daarbij is met name van belang dat de rechtbank de indruk heeft dat verdachte heeft geleerd van zijn fouten en dat hij een andere weg is ingeslagen waardoor de rechtbank de overtuiging heeft dat de kans op recidive klein is. Omdat de rechtbank het bewezen verklaarde wel strafwaardiger acht dan de officier van justitie, zal zij de geëiste taakstraf verhogen.
Alles afwegende legt de rechtbank aan verdachte op een taakstraf voor de duur van 150 uur en een gevangenisstraf van 244 dagen, met aftrek, waarvan 150 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Nu geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd dan het voorarrest, heft de rechtbank de (geschorste) voorlopige hechtenis op.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de op de beslaglijst vermelde auto en het daarop vermelde geldbedrag ter hoogte van € 11.500,- aan verdachte terug te geven.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om het op de beslaglijst vermelde geldbedrag ter hoogte van € 11.500,- aan verdachte terug te geven.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De op de beslaglijst van 6 januari 2022 vermelde verdovende middelen zullen worden onttrokken aan het verkeer. Deze goederen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang. De verdovende middelen zijn bovendien bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten aangetroffen, en deze goederen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten als in de drugszaak bewezen verklaard.
De personenauto met kenteken [kenteken] zal worden verbeurd verklaard, omdat de feiten 1 en 2 met behulp van deze auto zijn begaan.
Alle op de beslaglijst vermelde telefoons zijn, zo is gebleken ter terechtzitting, al teruggegeven aan verdachte. Het op de beslaglijst van 6 januari 2022 vermelde geldbedrag ter hoogte van in totaal € 12.807,24 (€ 11.500,- + € 1.296,28 + € 10,96), een mes en het Rolex-horloge zullen worden teruggegeven aan de rechthebbende; vaststaat dat deze voorwerpen niet van verdachte zijn. Op de overige op de beslaglijst vermelde geldbedragen (€ 5.535,-, feit 4) is volgens een beslaglijst van 18 januari 2023 conservatoir beslag gelegd, waardoor de rechtbank ten aanzien van dat geld geen beslissing zal nemen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57, 140, 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 10 en 11b van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 244 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van 150 dagen,
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 150 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 75 dagen hechtenis;
Voorlopige hechtenis
-
heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
 alle op de beslaglijst van 6 januari 2022 vermelde verdovende middelen;
- verklaart verbeurd de personenauto met kenteken [kenteken] (G644157);
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de volgende voorwerpen:
  • een geldbedrag van in totaal € 12.807,24 (€ 11.500,- + € 1.296,28 + € 10,96);
  • een Rolex-horloge (G643949);
  • een mes (G643952).
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Brouwer, voorzitter, mr. C. van de Lustgraaf en mr. L.M. Reijnierse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.H.A. de Poot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 maart 2023.
Mr. Van de Lustgraaf is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 15 februari 2021 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden, en/of Delft, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of [J] [medeverdachte 5] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een of meerdere hoeveelheden harddrugs, zijnde, althans, een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, 10a eerste lid, 11 derde, vijfde lid en/of 11a Opiumwet.
Feit 2
hij, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 15 februari 2021 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden, en/of Delft, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een of meer (gebruikers)hoeveelheden, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Feit 3
hij, op of omstreeks 15 februari 2021 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een of meer (gebruikers)hoeveelheden, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Feit 4
hij op of omstreeks 15 februari 2021 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden, in ieder geval in Nederland, één of meer voorwerp(en), te weten
- een een geldbedrag ter hoogte van (ongeveer) 5500 euro, althans een geldbedrag
en/of
- een horloge (Rolex)
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op die/dat voorwerp(en), te weten voornoemd(e) geldbedrag(en) en/of horloge, was of wie bovenomschreven voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en) horloge, voorhanden had
en/of
(telkens) één of meer voorwerpen(en) te weten
- een een geldbedrag ter hoogte van (ongeveer) 5500 euro, althans een geldbedrag
en/of
- een horloge (Rolex)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd(e) voornoemd(e) geldbedrag(en) en/of horloge, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] Berk d.d. 13 maart 2021, p. 1763.
2.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] Berk d.d. 13 maart 2021, p. 1764.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 8 maart 2021, p. 1745.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 13 maart 2021, p. 1751.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 13 maart 2021, p. 1752.
6.Proces-verbaal van verhoor getuigen [getuige 3] en [getuige 4] d.d. 1 maart 2021, p. 1697-1699.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 562
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 21.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 670.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1065.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 910.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1600
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 645.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1065.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1600
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 687.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 688.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 721.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 617.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 735.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 622.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 742.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 629.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 811
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1162.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1164.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 869
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 870.
29.Proces-verbaal van bevindingen, p. 293.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 927.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 928.
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 934.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 932.
34.Proces-verbaal van bevindingen, p. 935.
35.Proces-verbaal van bevindingen, p. 938.
36.Proces-verbaal van bevindingen, p. 939.
37.Proces-verbaal van bevindingen, p. 941.
38.Proces-verbaal van bevindingen, p. 960.
39.Proces-verbaal van bevindingen, p. 978.
40.Proces-verbaal van bevindingen, p. 965.
41.Proces-verbaal van bevindingen, p. 984. .
42.Proces-verbaal van bevindingen, p. 295.
43.Proces-verbaal van bevindingen, p. 909-910.
44.Proces-verbaal van bevindingen, p. 643.
45.Proces-verbaal van bevindingen, p. 964 en p. 1159.
46.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1095.
47.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1096.
48.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1097.
49.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1101.
50.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1105.
51.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1106.
52.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1108.
53.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1112.
54.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1029.
55.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1031.
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1033.
57.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1047.
58.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1048.
59.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1055.
60.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1520.
61.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1522.
62.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1526.
63.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1527.
64.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1529.
65.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1532.
66.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1533.
67.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1545.
68.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1546.
69.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1547.
70.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1552.
71.Proces-verbaal van bevindingen, p. 821.
72.Proces-verbaal van bevindingen, p. 830.
73.Proces-verbaal van bevindingen, p. 831.
74.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2151.
75.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2152.
76.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2151.
77.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2152.
78.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 204 t/m 208.
79.Proces-verbaal van verhoor van verdachte bij de rechter-commissaris d.d. 18 februari 2021, p. 1.