ECLI:NL:RBMNE:2023:1217
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- E.E.M. van Abbe
- H.J.J.M. Kock
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake intrekking bijstandsrecht op grond van de Participatiewet
Op 16 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, dat zijn recht op bijstand per 19 december 2022 heeft ingetrokken en een bedrag van € 438,95 heeft teruggevorderd over de periode van 19 tot en met 31 december 2022. Tijdens de zitting is verzoeker verschenen, samen met zijn dochter en een tolk. De voorzieningenrechter heeft na afloop van de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. In de overwegingen werd benadrukt dat voor het treffen van een voorlopige voorziening op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) 'onverwijlde spoed' vereist is. In dit geval was er geen sprake van een financieel geschil dat een spoedeisend belang rechtvaardigde. Verzoeker heeft niet aangetoond dat hij in zijn levensonderhoud niet kan voorzien of dat er acute dreiging van huisuitzetting of afsluiting van energie- en waterlevering bestaat. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen actueel financieel spoedeisend belang was en dat het primaire besluit niet evident onrechtmatig was. De zaak diende verder in bezwaar beoordeeld te worden door verweerder.
De voorzieningenrechter heeft de belangenafweging in het voordeel van verzoeker niet laten uitvallen en heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.