In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 28 maart 2023, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 3 februari 2021, maar verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, had niet tijdig beslist. Eiseres stelde verweerder in gebreke op 13 april 2022, maar het beroep werd pas op 11 januari 2023 ingediend, meer dan twee weken na de ingebrekestelling. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moest nemen. De rechtbank bepaalde dat verweerder dit binnen twaalf weken na het verweerschrift moest doen, met een uiterste datum van 28 april 2023. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 418,50 en het betaalde griffierecht van € 50,- moest door verweerder worden vergoed. De uitspraak werd gedaan door rechter M.C. Verra, in aanwezigheid van griffier K.S. Smits.