ECLI:NL:RBMNE:2023:1486
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding en onvoldoende re-integratie-inspanningen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 5 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een besloten vennootschap en een werknemer. De werkgever, aangeduid als [verzoekster], verzocht om ontbinding op basis van verwijtbaar handelen van de werknemer, [verweerster], en subsidiair op basis van een verstoorde arbeidsverhouding. De werknemer was sinds 2012 in dienst en had te maken met een langdurige ziekteperiode na een ongeval in 2019. De werkgever stelde dat de werknemer onvoldoende medewerking had verleend aan haar re-integratieverplichtingen, wat leidde tot een loonstop en uiteindelijk tot het ontbindingsverzoek. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer voldoende re-integratie-inspanningen had verricht en dat de werkgever ernstig verwijtbaar had gehandeld door de loonstop en het niet inwilligen van verzoeken van de werknemer om in gezamenlijk overleg een casemanager aan te stellen. De kantonrechter concludeerde dat er sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding en dat de arbeidsovereenkomst moest worden ontbonden. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 1 juni 2023, en de werkgever werd veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 10.000,--. Daarnaast werd de werkgever veroordeeld tot het na- en doorbetalen van 70% van het salaris van de werknemer vanaf 27 september 2022 tot het einde van de arbeidsovereenkomst, vermeerderd met een wettelijke verhoging.