In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 26 mei 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 3 april 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft op 15 februari 2023 een reactie gegeven op het verweerschrift van de Belastingdienst, die stelt dat de ingebrekestelling prematuur was omdat deze voor het einde van de beslistermijn was ingediend. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres meer dan twee weken na de ingebrekestelling beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat de Belastingdienst alsnog een besluit moet nemen binnen een termijn van twaalf weken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een proceskostenvergoeding van € 418,50 en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt op 3 april 2023.