ECLI:NL:RBMNE:2023:1516
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake verlenging termijn voor herstel gebrek in bestreden besluit door het Uwv
In de tussenuitspraak van 6 april 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, zich gebogen over een verzoek van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om verlenging van de termijn voor het herstellen van een gebrek in een eerder bestreden besluit. In een eerdere tussenuitspraak van 22 februari 2023 had de rechtbank het Uwv de gelegenheid gegeven om binnen vier weken het gebrek te herstellen. Echter, op 3 april 2023 verzocht het Uwv om een verlenging van deze termijn, omdat de tijd die nodig was voor medisch en eventueel arbeidsdeskundig onderzoek langer bleek te zijn dan oorspronkelijk ingeschat.
De rechtbank overweegt dat, hoewel het verzoek om verlenging na afloop van de oorspronkelijke termijn is ingediend, er vanuit proceseconomie redenen zijn om hier inhoudelijk op in te gaan. De rechtbank benadrukt dat verzoeken om verlenging van de termijn in bijzondere gevallen worden ingewilligd en dat deze verzoeken goed gemotiveerd moeten zijn. In dit geval acht de rechtbank de reden van het Uwv, namelijk de benodigde tijd voor nader onderzoek, als een bijzonder geval dat rechtvaardigt dat de termijn wordt verlengd.
De rechtbank heeft besloten het Uwv in de gelegenheid te stellen om binnen zes weken na verzending van deze tweede tussenuitspraak het gebrek te herstellen, met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen uit de eerdere tussenuitspraak. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.