In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum, gedateerd 19 juli 2022. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 31 januari 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. Dit besluit is genomen omdat eiser het griffierecht van € 50,- niet op tijd heeft betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, aangezien dit in deze situatie niet nodig was.
De rechtbank heeft eiser op 30 oktober 2022 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief is echter niet door eiser afgehaald en is aan de rechtbank geretourneerd. Vervolgens is de brief per gewone post opnieuw verzonden, waarbij is aangegeven dat de termijn niet opnieuw aanvangt. Eiser heeft geen geldige reden gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht.
Op basis van artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. Aangezien het griffierecht niet op tijd is ontvangen, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan behandelen. De rechtbank heeft daarom besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder dat er sprake is van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.