ECLI:NL:RBMNE:2023:1650

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
11 april 2023
Zaaknummer
UTR 22/1870
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

Op 15 februari 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht. De zaak betreft een beroep dat door de eiser is ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van de verweerder van 25 januari 2022. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het griffierecht niet op tijd is betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 50,-.

De rechtbank heeft eiser op 11 juni 2022 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief is bezorgd op een ander adres dan waar de eiser woonachtig is, wat leidde tot een tweede aangetekende brief op 29 augustus 2022. Ondanks deze communicatie heeft de rechtbank het griffierecht niet op tijd ontvangen en heeft de eiser geen geldige reden opgegeven voor deze vertraging.

Gelet op het feit dat het griffierecht niet tijdig is betaald, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegekend, en de beslissing is openbaar uitgesproken op 15 februari 2023. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
Zaaknummer: UTR 22/1870

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 februari 2023 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser(es),

en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser(es) heeft ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 25 januari 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser(es) heeft namelijk het griffierecht niet (op tijd) betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 50,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser(es) niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser(es) op 11 juni 2022 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser(es) het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Omdat deze brief is bezorgd op het adres [adres 1] en eiser(es) woonachtig is op het adres [adres 2] is er op 29 augustus 2022 een aangetekende brief verzonden naar [adres 2] met de mededeling dat het griffierecht binnen
4 weken betaald dient te worden.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet (op tijd) ontvangen. Eiser(es) heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
7. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.
de griffier is verhinderd
de uitspraak te ondertekenenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.