ECLI:NL:RBMNE:2023:1664
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens ontbreken procesbelang na vernietiging naheffingsaanslag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Weesp, die op 9 november 2021 was gedaan. De heffingsambtenaar heeft op 1 maart 2022 de naheffingsaanslag vernietigd, maar eiser heeft aangegeven zijn beroep niet te willen intrekken. De rechtbank heeft besloten partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat de naheffingsaanslag door verweerder is vernietigd, omdat de uitleg van eiser na nader onderzoek niet onaannemelijk is. Eiser handhaaft zijn beroep, omdat hij het vreemd vindt dat de naheffing is vernietigd na het indienen van beroep en hij vraagt zich af wat de definitie van “parkeren” inhoudt. De rechtbank stelt vast dat, omdat de naheffingsaanslag is vernietigd, eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is er pas sprake van voldoende procesbelang als het resultaat dat de eiser met het indienen van het beroep wil behalen, daadwerkelijk kan worden bereikt.
De rechtbank concludeert dat eiser alleen een principieel belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling, maar dat dit onvoldoende is voor het aannemen van procesbelang. Daarom verklaart de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, en zal het niet inhoudelijk worden behandeld. Er is geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, en is openbaar uitgesproken op 17 maart 2023.