ECLI:NL:RBMNE:2023:1715
Rechtbank Midden-Nederland
- Proceskostenveroordeling
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid voor ziekengeld op basis van de Ziektewet na WIA-beoordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. S.B. de Jong, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door S.N. Westmaas-Kanhai. Eiseres had zich ziek gemeld en het Uwv had vastgesteld dat zij per 30 maart 2022 arbeidsgeschikt was voor haar eigen werk, waardoor zij geen recht had op ziekengeld. Eiseres was het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het Uwv.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de medische beperkingen van eiseres sinds de WIA-beoordeling in 2019 waren toegenomen. De rechtbank concludeerde dat het Uwv ten onrechte had vastgesteld dat eiseres per 30 maart 2022 geen recht had op ziekengeld, omdat er onvoldoende functies waren die zij kon vervullen. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen, waardoor eiseres recht heeft op ziekengeld vanaf 30 maart 2022.
Daarnaast heeft de rechtbank het Uwv veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1.674,-, en het griffierecht van € 50,-. Het verzoek om schadevergoeding van eiseres werd afgewezen, omdat zij dit niet had onderbouwd. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.