In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 15 augustus 2022 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 6 april 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij is vastgesteld dat de beslistermijn door de Belastingdienst is overschreden. Eiseres heeft op 20 februari 2023 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling van 9 januari 2023. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is en heeft de Belastingdienst opgedragen om alsnog binnen een termijn van tien weken na de uitspraak een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een proceskostenvergoeding van € 418,50 en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en partijen geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen de uitspraak.