In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Op 9 december 2022 heeft de verweerder alsnog een besluit genomen, waartegen eiser bezwaar heeft gemaakt. De rechtbank heeft het beroep, dat gericht was tegen het niet tijdig nemen van een besluit, behandeld zonder partijen uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht.
De rechtbank overweegt dat er geen geschil bestaat over het feit dat de beslistermijn is overschreden. Eiser heeft op 23 september 2022 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling. Nu verweerder inmiddels een besluit heeft genomen, is het beroep van eiser niet meer relevant. De rechtbank stelt vast dat eiser geen procesbelang meer heeft, aangezien het doel van zijn beroep, namelijk het verkrijgen van een besluit, inmiddels is bereikt.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat er geen belang meer is bij de oorspronkelijke aanvraag. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer en is openbaar uitgesproken op 20 april 2023. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen zes weken na verzending.