ECLI:NL:RBMNE:2023:2087
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ligplaatsvergunning voor recreatievaartuigen in Utrecht op basis van Havenverordening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder om aan hem geen ligplaatsvergunning in de gemeente Utrecht toe te kennen. Bij besluit van 20 april 2022 heeft verweerder de aanvraag van eiser voor het honoreren van een ligplaatsvergunning afgewezen. Eiser ging hiertegen in bezwaar, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard bij besluit van 16 september 2022. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep op 9 maart 2023 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van verweerder aanwezig waren.
Eiser wenst zijn recreatievaartuig aan te meren aan een specifieke locatie in Utrecht, waarvoor de VvE toestemming heeft gegeven. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen omdat de Havenatlas op die locatie geen ligplaatsen voor recreatievaartuigen aanwijst. Eiser is het niet eens met deze afwijzing en stelt dat de aanvraag niet goed is beoordeeld en dat verweerder een verouderde kaart heeft gebruikt. De rechtbank oordeelt dat zij niet kan beoordelen of verweerder een ligplaats had moeten aanwijzen, maar enkel of de afwijzing van de aanvraag terecht was.
De rechtbank concludeert dat de Havenatlas de basis vormt voor het ligplaatsenregime en dat verweerder op basis van artikel 4.4.1 van de Havenverordening gehouden was de aanvraag af te wijzen, omdat vergunningverlening in strijd is met de Havenatlas. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga en is openbaar uitgesproken op 20 april 2023.