ECLI:NL:RBMNE:2023:2164

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 april 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
16-320388-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woninginbraak en diefstal met valse sleutel door gebruik te maken van een gestolen pinpas

Op 17 april 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van woninginbraak en diefstal met een valse sleutel. De zaak kwam voort uit een incident op 27 augustus 2022, waarbij de verdachte een woning in Amersfoort binnendrong en waardevolle goederen, waaronder een Apple Macbook en een pinpas, heeft gestolen. De verdachte heeft samen met een medeverdachte gebruik gemaakt van de gestolen pinpas om in totaal € 5.496,12 aan geldbedragen te pinnen en goederen aan te schaffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. Tijdens de zitting op 3 april 2023 heeft de officier van justitie de feiten als wettig en overtuigend bewezen aangemerkt, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit voor de woninginbraak, maar zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor de andere feiten. De rechtbank heeft de bewijsvoering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte schuldig bevonden aan alle ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 92 dagen onvoorwaardelijk en 88 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 100 uur opgelegd. De rechtbank heeft ook beslist over de teruggave van in beslag genomen goederen en de opheffing van de voorlopige hechtenis.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Verkort vonnis van de meervoudige kamer van 17 april 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] (Turkije)
wonende aan de [adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 april 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. F.É. Leeman en van hetgeen mr. C.C.J. Tuip, advocaat te Utrecht, namens verdachte, naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1op 27 augustus 2022 te Amersfoort een woninginbraak heeft gepleegd;
Feit 2in de periode van 28 augustus 2022 tot 29 augustus 2022 te Amersfoort en/of te Muiden en/of te Amsterdam samen met een ander een geldbedrag (te weten in totaal 5.496,12 euro) dat toebehoort aan [benadeelde] , met behulp van een valse sleutel, te weten een pinpas met (bijbehorende) pincode, heeft gestolen;
Feit 3op 20 december 2022 te Amersfoort een vuurwapen en munitie voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen
redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 ten laste gelegde. Daarvoor heeft hij aangevoerd dat de in de woning aangetroffen steen met DNA van verdachte onvoldoende is om tot een bewezenverklaring te komen. Een steen is immers een verplaatsbaar voorwerp en het is niet bekend of de steen is gebruikt bij de woninginbraak. Daarnaast is het aangetroffen celmateriaal een mengprofiel van minimaal drie donoren. Het spoor met DNA van verdachte is daarom geen daderspoor. Steunbewijs ontbreekt, waardoor verdachte van deze woninginbraak moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de feiten 2 en 3 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, waarbij hij heeft opgemerkt dat met betrekking tot feit 2 niet is vast komen te staan dat verdachte bij alle pintransacties betrokken is. Nu de medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat hij de aankoop bij het tankstation alleen heeft gedaan en van niet alle transacties camerabeelden aanwezig zijn, kan de rechtbank slechts tot een bewezenverklaring komen van enig geldbedrag en niet van het gehele bedrag.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Wanneer hoger beroep tegen dit vonnis wordt ingesteld, zullen de bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring worden uitgewerkt en worden opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis zal worden gehecht. De rechtbank overweegt het volgende ten aanzien van de bewezenverklaring.
Bewijsoverweging ten aanzien van de feiten 1 en 2
In de woning waarin is ingebroken is, op de vensterbank van een ingeslagen raam, een steen aangetroffen. Aangeefster heeft verklaard dat de steen niet van haar is en dat de steen ook niet eerder in de woning lag. Op de steen is een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal 3 donoren. Dit profiel vertoont overeenkomsten met het DNA-profiel van verdachte. Het NFI heeft de bewijswaarde van de hypothese dat dit mengprofiel naast twee onbekende personen ook het DNA bevat van verdachte berekend. Die hypothese is extreem veel waarschijnlijker dan de hypothese dat het gaat om DNA van drie onbekende, niet verwante personen. Extreem veel waarschijnlijker betekent hier meer dan 1 miljoen keer waarschijnlijker. De rechtbank gaat er gelet hierop van uit dat de steen op de vensterbank het DNA van verdachte bevat. Hoewel de raadsman terecht opmerkt dat het om een DNA-spoor op een verplaatsbaar voorwerp gaat, ziet de rechtbank dit in dit geval wel als een daderspoor. De rechtbank gaat er gelet op de vindplaats van de steen en wat aangeefster hierover heeft verklaard namelijk van uit dat deze is gebruikt als inbrekerswerktuig. Dit in combinatie met het feit dat uitsluitend verdachte (samen met de medeverdachte) kort nadat de inbraak in de woning is gepleegd, gebruik heeft gemaakt van een bij de inbraak weggenomen pinpas met bijbehorende code, maakt dat de rechtbank van oordeel is dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte de woninginbraak heeft gepleegd. Het verweer van de raadsman hieromtrent wordt dan ook verworpen.
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het gehele weggenomen geldbedrag van
€ 5.496,12. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de eerste pintransactie met de gestolen pinpas bij de Geldmaat in Amersfoort door twee personen is uitgevoerd. Bij die transactie zijn de personen niet herkenbaar in beeld, maar bij de transactie enkele uren later, bij Graan BV in Amsterdam, wordt verdachte wel door een verbalisant herkend als één van de twee personen, evenals bij de transacties bij NS Amsterdam, Ici Paris Amsterdam en Jack’s Casino in Amersfoort. De verbalisant merkt op dat hij bij het bekijken en uitwerken van de verschillende ontvangen beelden, meerdere malen dezelfde personen in beeld zag. Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat hij betrokken was bij de geldopname bij de Geldmaat in Amersfoort. Over de transacties bij de Plus Amersfoort (nog geen 20 minuten later), Graan B.V., JD Sports en Ici Paris in Amsterdam heeft hij verklaard dat hij deze samen met [verdachte] , de voornaam van verdachte, heeft gedaan. Gelet hierop en op de bewezenverklaring van feit 1 én het korte tijdsbestek waarin de vele pintransacties hebben plaatsgevonden concludeert de rechtbank dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] op 28 en 29 augustus 2022 van de eerste tot en met de laatste pintransactie samen zijn geweest en samen het geld van aangeefster hebben uitgegeven. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte en de medeverdachte de diefstal van het totaal aan weggenomen geldbedragen in nauwe en bewuste samenwerking hebben gepleegd. Dat de medeverdachte enkele (geringe) transacties in afwezigheid van verdachte heeft verricht doet hieraan niet af.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
omstreeks 27 augustus 2022 te [woonplaats] , in een woning aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een Apple Macbook Air en
- een Apple Macbook Pro en
- een iPhone en
- een JBL box en
- een PlayStation 4 (met twee controllers) en
- een pinpas met bijbehorende pincode,
die aan [benadeelde] toebehoren heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming ;
2.
op tijdstippen in de periode van 28 augustus 2022 tot 29 augustus 2022 te Amersfoort en te Muiden en te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een geldbedrag (te weten in totaal 5.496,12 euro), dat aan [benadeelde] , toebehoort heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededaders dat weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een pinpas tot het gebruik waarvan zij niet gerechtigd waren en de (bijbehorende) pincode van die [benadeelde] door meerdere malen geldbedragen bij pinautomaten te pinnen en bij een of meerdere winkels goederen aan te schaffen;
3.
op 20 december 2022 te Amersfoort een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, gaspistool, van het merk Blow, model C 06, kaliber
9 mm P.A.K., voorzien van het wapennummer [wapennummer] zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 15 scherpe patronen van het merk Ozkursan, kaliber 9mm P.A.K. voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
Feit 2 diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
Feit 3 handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Tevens heeft de officier van justitie gevorderd de opheffing van de schorsing van de
voorlopig hechtenis te bevelen, nu verdachte niet op de inhoudelijke behandeling van zijn
strafzaak aanwezig was en dit wel een schorsingsvoorwaarde is.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de ondergane voorlopige hechtenis. Deze voorlopige hechtenis is recent geschorst, waardoor verdachte zijn woning heeft kunnen behouden. De persoonlijk begeleider van de Tussenvoorziening is positief over verdachte. Hij krijgt bij de Tussenvoorziening de juiste hulpverlening. Nieuwe detentie zou dit allemaal in gevaar brengen. In het geval de rechtbank van oordeel is dat de ondergane detentie niet volstaat, verzoekt de raadsman als aanvulling te kiezen voor een andere strafmodaliteit en schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte niet op te heffen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft een woninginbraak gepleegd. Hierbij is de hele woning overhoop gehaald en zijn waardevolle goederen weggenomen. Met een gestolen pas met bijbehorende pincode heeft hij, samen met de medeverdachte, vervolgens voor bijna € 5.500 aan transacties verricht. Zij hebben het geld uitgegeven aan, onder meer drugs, kleding en gokken. Verdachte heeft een dag lang geld uitgegeven als water, terwijl hij het slachtoffer met veel schade en overlast opzadelde. Verdachte heeft met zijn handelen laten zien geen enkel respect te hebben voor andermans eigendommen. Hij dacht kennelijk alleen maar aan zichzelf en niet aan de gevolgen van zijn handelen voor het slachtoffer. Daarnaast was hij in bezit van een gaspistool met bijbehorende munitie. Het ongecontroleerd bezit van (vuur)wapens brengt veiligheidsrisico’s met zich..
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 20 maart 2023 van verdachte (het strafblad). Hieruit blijkt dat verdachte in 2016 en daarvoor vaker (tot forse detentiestraffen) is veroordeeld voor vermogensdelicten. Deze veroordelingen zijn langer dan 5 jaar voor het bewezen verklaarde gepleegd, zodat recidive in die zin niet als strafverzwarend wordt meegewogen.
De reclassering heeft op 24 februari 2023 een advies over verdachte uitgebracht, waaruit volgt dat verdachte langdurig problemen heeft op meerdere leefgebieden. Bij verdachte zijn eerder een licht verstandelijke beperking en kenmerken van persoonlijkheidsproblematiek gediagnosticeerd. Huisvesting, dagbesteding en ondersteuning bij financiële zaken zijn enige tijd op orde geweest, maar door detentie weer kwijtgeraakt. In de periode dat verdachte zijn zaken op orde had lukte het hem om niet met politie en justitie in aanraking te komen. Ondanks dat verdachte tegen de reclassering zei niet te willen meewerken aan bijzondere voorwaarden, heeft de reclassering geadviseerd aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden, bestaande uit een meldplicht, ambulante behandeling, dagbesteding en meewerken aan schuldhulpverlening.
De rechtbank overweegt dat de voorlopige hechtenis van verdachte vanaf 17 maart 2023 is geschorst, waarbij voornoemde bijzondere voorwaarden zijn opgelegd. De rechtbank heeft geen aanwijzingen dat het toezicht niet goed verloopt, maar de schorsing is van zo’n recente datum dat hier weinig conclusies aan verbonden kunnen worden. De inhoud van het verhoor in raadkamer op 16 maart 2023 en het feit dat verdachte niet op zitting is verschenen doen echter vermoeden dat verdachte gezegd heeft mee te werken aan bijzondere voorwaarden om op vrije voeten te komen en nu (opnieuw) zijn eigen plan trekt. De schorsing heeft ertoe geleid dat verdachte zijn woning heeft kunnen behouden en daarmee ook de begeleiding door de Tussenvoorziening en Stadsgeldbeheer.
De strafoplegging
De rechtbank heeft acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en op de vastgestelde landelijke oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Die gaan uit van drie maanden gevangenisstraf voor een woninginbraak en één maand gevangenisstraf voor het bezit van een gaspistool. Voor de diefstal met een gestolen pinpas bestaan geen oriëntatiepunten.
Op grond van het bewezen verklaarde vindt de rechtbank een gevangenisstraf van 6 maanden passend en geboden. De rechtbank ziet echter aanleiding om hier, met het oog op recidivebeperking, van af te wijken. Uit het rapport van de reclassering maakt de rechtbank op dat het hebben van een woonruimte en ondersteuning op het gebied van financiën recidivebeperkend zijn. Om die reden vindt de rechtbank het van belang dat verdachte zijn woonruimte en de begeleiding door Standsgeldbeheer behoudt. De rechtbank zal het onvoorwaardelijke deel van deze straf gelijk stellen aan het ondergane voorarrest van 88 dagen en het overige deel voorwaardelijk opleggen. Hieraan zal een proeftijd van 3 jaar worden verbonden. Aan de voorwaardelijke straf zullen geen bijzondere voorwaarden worden verbonden, nu de rechtbank de indruk heeft dat verdachte niet intrinsiek gemotiveerd is zich hieraan te houden. Gelet op het grote voorwaardelijke deel van de op te leggen gevangenisstraf, zal de rechtbank daarnaast een taakstraf van 100 uur opleggen. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van slechts 92 dagen doet immers geen recht aan de ernst van de door verdachte begane misdrijven.

9.BESLAG

Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- telefoon: Iphone, kleur zwart, goednummer: PL0900-2022254143-3092714;
- telefoon: Samsung, kleur goudkleurig, goednummer: PL0900-2022254143-3092732;
- tas, meerkleurig, met opschrift JD, goednummer: PL0900-2022254143-3092750;
- kleding: jas, merk Adidas, goednummer: PL0900-2022254143-3092736;
Teruggave aan de rechthebbende
De rechtbank zal teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- weegschalen (2 stuks), goednummer: PL0900-2022377216-G3092718.
aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende van deze voorwerpen kan worden aangemerkt.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63, 311 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 180 (honderdtachtig) dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
92 (tweeënnegentig) dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarden niet heeft nageleefd;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 100 (honderd) uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 50 dagen hechtenis;
Beslag
- gelast de
teruggave aan verdachtevan de volgende voorwerpen:
- telefoon: Iphone, kleur zwart, goednummer: PL0900-2022254143-3092714;
- telefoon: Samsung, kleur goudkleurig, goednummer: PL0900-2022254143-3092732;
- tas, meerkleurig, met opschrift JD, goednummer: PL0900-2022254143-3092750;
- kleding: jas, merk Adidas, goednummer: PL0900-2022254143-3092736;
- gelast de
teruggave aan de rechthebbendevan de volgende voorwerpen:
- weegschalen (2 stuks), goednummer: PL0900-2022377216-G3092718;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Schnitzler, voorzitter, mrs. L.M.M. Heppe en J.P. Verboom, rechters, in tegenwoordigheid van D.G.W. van de Haar-Kleijer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 april 2023.
Mr. Heppe is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 27 augustus 2022 te [woonplaats] , in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten een woning aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een Apple Macbook Air en/of
- een Apple Macbook Pro en/of
- een iPhone en/of
- een JBL box en/of
- een PlayStation 4 (met twee controllers) en/of
- een pinpas met bijbehorende pincode,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 2 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 augustus 2022 tot 29 augustus 2022 te Amersfoort en/of te Muiden en/of te Amsterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag (te weten in totaal 5.496,12 euro), in elk geval enig goed, dat geheel
of ten dele aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een pinpas tot het gebruik waarvan hij/zij niet gerechtigd was/waren en de (bijbehorende) pincode van die [benadeelde] door meerdere malen, althans eenmaal een of meerdere geldbedragen bij een of meerdere pinautomaten te pinnen en/of bij een of meerdere winkels een of meerdere goederen aan te schaffen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 20 december 2022 te Amersfoort een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, gaspistool, van het merk Blow, model C 06, kaliber 9mm P.A.K., voorzien van het wapennummer [wapennummer] zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 15 scherpe patronen van het merk Ozkursan, kaliber 9mm P.A.K. voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )