Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
WONINGSTICHTING CENTRADA,
gevestigd te Lelystad,
eiseres,
gemachtigde mr. T. Mulder,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde mr. F.J.M. van Rossem.
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 december 2022
- de akte wijziging van eis
- de mondelinge behandeling van 11 januari 2023 en de vooraf toegezonden producties van de zijde van [gedaagde]
- de pleitaantekeningen van de gemachtigde van [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
envanuit de woning plaatsvindt. Volgens Centrada zouden er elementen van de (inrichting van de) woning op de schermafbeeldingen zijn te herkennen, maar dat is voor de kantonrechter binnen de beperkte kaders van dit kort geding niet met zekerheid vast te stellen. [gedaagde] heeft verder betwist dat zij zelf niet in de woning verblijft, zoals door Centrada ook nog is gesteld. Nadere bewijsvoering, door middel van getuigenverklaringen of anderszins, lijkt voor het vaststellen van het voorgaande aangewezen en daarvoor is in deze procedure geen plaats.