ECLI:NL:RBMNE:2023:2310

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 mei 2023
Publicatiedatum
17 mei 2023
Zaaknummer
10199311
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring van vordering op ziektekostenpremie en onrechtmatige afmelding bij CAK

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde partij over een vordering van achterstallige ziektekostenpremie. De gedaagde had een zorgverzekering bij Zilveren Kruis en had in de periode van augustus 2008 tot juli 2009 een achterstand in de betaling van de maandelijkse premie. Zilveren Kruis had de gedaagde op 1 april 2010 aangemeld bij het CAK als wanbetaler en heeft verschillende pogingen ondernomen om de vordering te incasseren. De gedaagde heeft op 10 november 2017 een beroep gedaan op verjaring van de vordering, maar Zilveren Kruis heeft de vordering opnieuw aanhangig gemaakt door middel van een dagvaarding op 4 november 2022. Tijdens de procedure heeft Zilveren Kruis erkend dat zij niet kon aantonen dat de verjaring op tijd was gestuit en heeft zij haar vordering willen intrekken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Zilveren Kruis was verjaard en heeft deze afgewezen. Tevens is Zilveren Kruis veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde. In reconventie heeft de gedaagde schadevergoeding gevorderd voor het niet afmelden bij het CAK, wat de kantonrechter heeft toegewezen, omdat Zilveren Kruis onrechtmatig had gehandeld door de gedaagde niet tijdig af te melden na het beroep op verjaring. De kantonrechter heeft Zilveren Kruis veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 1.243,18, vermeerderd met wettelijke rente, en ook in de proceskosten van de gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10199311 UC EXPL 22-7520 NS/20854
Vonnis van 24 mei 2023
inzake
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen Zilveren Kruis,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. J.W. Aartsen.

1.De procedure

1.1.
In het dossier zitten de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 4 november 2022;
  • de conclusie van antwoord in conventie en tevens eis in reconventie van [gedaagde] van 29 december 2022;
  • een akte in reconventie van gedaagde, 15 februari 2023;
  • de oproepingsbrieven van 2 januari 2023, waarmee een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de schriftelijke toelichting van Zilveren Kruis met de reactie op het verweer en tevens verzoek tot intrekking van 21 februari 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling is gehouden op 14 maart 2023. [gedaagde] was aanwezig, vergezeld door mr. J.W. Aartsen. Namens Zilveren Kruis was mr. M. Spruit aanwezig. Partijen hebben de standpunten toegelicht en antwoord gegeven op vragen van de kantonrechter. De griffier heeft aantekeningen gemaakt.
1.3.
Na de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] op 29 maart 2023 nog een akte toegestuurd, waar Zilveren Kruis op 12 april 2023 op heeft gereageerd.
1.4.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] had een zorgverzekering bij Zilveren Kruis. In de periode augustus 2008 tot en met juli 2009 is er een achterstand in de betaling van de maandelijkse premie ontstaan.
2.2.
Zilveren Kruis heeft op 1 april 2010 [gedaagde] aangemeld bij het CAK als wanbetaler.
2.3.
Zilveren Kruis heeft verschillende keren, met verschillende incassobureaus, geprobeerd om de vordering te incasseren.
2.4.
Op 10 november 2017 heeft [gedaagde] bij de toenmalige gemachtigde van Zilveren Kruis, LAVG, een beroep gedaan op verjaring. Naar aanleiding van dit beroep is een vorige procedure bij deze rechtbank ingetrokken, omdat niet aangetoond kon worden dat de verjaring gestuit was.
2.5.
Op 4 november 2022 heeft Zilveren Kruis [gedaagde] opnieuw gedagvaard voor de premies uit de periode zoals vermeld in ro. 2.1.
2.6.
Op 21 februari 2023 heeft Zilveren Kruis de rechtbank medegedeeld dat zij de vordering niet langer handhaaft en dat zij de vordering wenst in te trekken. [gedaagde] heeft niet ingestemd met de intrekking zonder dat over de proceskosten wordt geoordeeld.
2.7.
Op 1 maart 2023 heeft Zilveren Kruis [gedaagde] afgemeld bij het CAK als wanbetaler.

3.De standpunten van partijen

3.1.
Zilveren Kruis vordert bij dagvaarding dat [gedaagde] wordt veroordeeld bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, om aan Zilveren Kruis te betalen een bedrag van € 2.994,50 (bestaande uit € 1.941,06 aan hoofdsom, € 352,30 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 701,14 aan reeds verschenen rente berekend tot 4 november 2022), te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 2.104,75 vanaf 4 november 2022 tot de dag van algehele voldoening. Daarnaast vordert zij dat [gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten.
3.2.
Naar aanleiding van het verweer van [gedaagde] heeft Zilveren Kruis medegedeeld dat zij niet kan aantonen dat de vordering op tijd is gestuit en dat zij haar vordering wenst in te trekken.
3.3.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd en vordert in reconventie dat Zilveren Kruis binnen 8 dagen na betekening van dit vonnis [gedaagde] afmeld bij het CAK als wanbetaler, op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag zolang Zilveren Kruis in gebreke blijft. Daarnaast vordert hij een vergoeding voor het verschil tussen de betaalde bestuursrechtelijke boetepremie en reguliere premie vanaf het moment van verjaring tot datum afmelding bij het CAK.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling door de kantonrechter

in conventie
4.1.
Zilveren Kruis heeft in haar brief van 21 februari 2023 erkend dat zij niet kan aantonen dat de verjaring op tijd is gestuit. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat dit niet is gebeurd. Omdat de vordering is verjaard wijst de kantonrechter de vordering van Zilveren Kruis af.
4.2.
Omdat de hoofdvordering wordt afgewezen, worden de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente ook afgewezen.
4.3.
Zilveren Kruis krijgt ongelijk en wordt daarom veroordeeld in de proceskosten. Dit betekent dat zij haar eigen proceskosten moet dragen en dat zij de proceskosten van [gedaagde] aan hem moet betalen. De proceskosten van [gedaagde] in conventie worden vastgesteld op € 464,- (2 x € 232,00) aan salaris gemachtigde.
in reconventie
afmelding CAK
4.4.
Zilveren Kruis heeft [gedaagde] met ingang van 1 maart 2023 afgemeld bij het CAK. Zilveren Kruis heeft hiermee al voldaan aan de vordering van [gedaagde] , waardoor [gedaagde] geen belang meer heeft bij een veroordeling daartoe.
schadevergoeding
4.5.
[gedaagde] vordert vergoeding van de schade die hij heeft geleden doordat Zilveren Kruis hem niet heeft afgemeld bij het CAK met ingang van de datum dat hij een beroep op verjaring van de vordering heeft gedaan, 10 november 2017. Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] hierdoor € 1.243,18 meer heeft betaald, dan wanneer hij per die datum was afgemeld. De vraag die partijen verdeeld houdt is of Zilveren Kruis onrechtmatig heeft gehandeld door [gedaagde] niet af te melden op 10 november 2017 en dus of Zilveren Kruis aan [gedaagde] zijn schade moet vergoeden.
4.6.
Zilveren Kruis schrijft in haar akte van 12 april 2023 dat zij akkoord gaat met de terugbetaling van het bedrag van € 1.243,18. Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat zij haar verweer dat zij niet onrechtmatig heeft gehandeld niet langer handhaaft. Voor het geval Zilveren Kruis dit niet zo heeft bedoeld, oordeelt de kantonrechter als volgt.
4.7.
De kantonrechter is van oordeel dat Zilveren Kruis onrechtmatig heeft gehandeld en de schade aan [gedaagde] moet vergoeden. De kantonrechter legt dat hierna uit.
4.8.
Een vordering als die van Zilveren Kruis verjaart na verloop van vijf jaren, maar de verjaring heeft pas gevolgen vanaf het moment dat de schuldenaar daar een beroep op doet. Nadat terecht een beroep op verjaring is gedaan, is de vordering niet langer opeisbaar en blijft deze enkel als natuurlijke verbintenis bestaan. De kantonrechter sluit zich aan bij de uitleg van de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen van artikel 18d van de Zorgverzekeringswet dat de situatie dat een vordering niet langer opeisbaar is, gelijk gesteld moet worden aan de situatie dat de schulden zijn of zullen zijn afgelost of tenietgaan als bedoeld in het tweede lid onder a. en dat de verzekerde op dat moment dus afgemeld moet worden bij het CAK. Indien hierover anders geoordeeld zou worden, zou de zorgverzekeraar handhaving van de aanmelding bij het CAK immers kunnen gebruiken als drukmiddel om betaling van de verjaarde vordering af te dwingen [1] . Dat betekent dat Zilveren Kruis onrechtmatig heeft gehandeld door [gedaagde] niet af te melden bij het CAK, nadat deze zich terecht op verjaring van de vordering heeft beroepen. De schade die [gedaagde] door dit onrechtmatig handelen heeft geleden moet Zilveren Kruis vergoeden.
4.9.
[gedaagde] heeft gevraagd om het toe te wijzen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. Omdat het schade uit onrechtmatige daad betreft, is de wettelijke rente verschuldigd telkens vanaf het moment dat de schade is geleden. In dit geval dus telkens op het moment dat [gedaagde] de bestuursrechtelijke premie heeft betaald. De wettelijke rente moet dan worden berekend over het verschil tussen wat [gedaagde] aan bestuursrechtelijke premie heeft betaald en wat hij betaald zou hebben als hij wel was afgemeld bij het CAK.
4.10.
Omdat Zilveren Kruis ongelijk krijgt, wordt Zilveren Kruis veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten in reconventie worden aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 232,00 aan salaris gemachtigde (1 punt x tarief € 232,00).
4.11.
Als [gedaagde] nog kosten moet maken om de beslissing uit te voeren, moet Zilveren Kruis die ook betalen. Die eventuele kosten worden hieronder vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie:
5.1.
wijst de vordering van Zilveren Kruis af;
5.2.
veroordeelt Zilveren Kruis tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 464,- aan salaris gemachtigde;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie:
5.4.
veroordeelt Zilveren Kruis, indien zij dat nog niet gedaan heeft, om aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 1.243,18, te vermeerderen met de wettelijke rente telkens over het bedrag dat [gedaagde] vanaf 10 november 2017 maandelijks teveel heeft betaald tot de voldoening;
5.5.
veroordeelt Zilveren Kruis tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 232,- aan salaris gemachtigde;
5.6.
veroordeelt Zilveren Kruis, als zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door [gedaagde] volledig aan dit vonnis voldoet, om de na dit vonnis ontstane kosten te betalen, begroot op:
- € 66,- aan salaris voor de gemachtigde,
- te vermeerderen, als het vonnis door de deurwaarder is betekend, met de explootkosten die hiervoor in rekening zijn gebracht;
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.L. Rijnbout, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 24 mei 2023.

Voetnoten

1.Zie o.a. SKGZ 201801598 en 202001936