[eiseres sub 1] c.s. vordert in conventie:
I. [gedaagde sub 1] c.s. te gebieden binnen 24 uur na betekening van dit vonnis onvoorwaardelijk medewerking te verlenen aan het verzorgen van toegang tot de systemen door [A (voornaam)] en hem toegang te verschaffen tot het pand aan de [adres] te [plaats] ;
II. [gedaagde sub 1] c.s. ieder te verbieden [A (voornaam)] de toegang nogmaals te ontzeggen tot de systemen en het pand van [gedaagde sub 1] , zolang [A (voornaam)] stakeholder is van [gedaagde sub 1] ;
III. [gedaagde sub 1] c.s. ieder te verbieden om, zolang er geen geldig daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders is, ieder van [eiseres sub 1] c.s. de toegang te ontzeggen tot de digitale (IT) systemen van de [gedaagde sub 1] , alsmede tot het pand aan de [adres] in [plaats] ;
IV. [gedaagde sub 1] ieder hoofdelijk te gebieden binnen 48 uur na betekening van dit vonnis onvoorwaardelijk en volledig mee te werken aan het verzorgen c.q. bewerkstelligen van de inschrijving bij de KvK van [A] , [B] en [C] als medebestuurders van [gedaagde sub 1] , en al hetgeen daartoe noodzakelijk is;
V. te bepalen dat [gedaagde sub 1] ieder afzonderlijk dwangsommen verbeuren van € 30.000 per overtreding van het vonnis en een dwangsom van € 3.000 voor iedere dag dat zij nalaten te handelen in overeenstemming met dit vonnis;
VI. te bepalen dat als [gedaagde sub 1] niet binnen 7 dagen na betekenis van dit vonnis voldoen aan de hiervoor genoemde veroordelingen, het vonnis in de plaats treedt van de benodigde toestemming c.q. medewerking van [gedaagde sub 1] c.s., althans dat aan [eiseres sub 1] c.s. een machtiging wordt gegeven het in deze procedure verzochte namens [gedaagde sub 1] te bewerkstelligen;
VII. te verklaren dat het op of omstreeks 13 september 2022 genomen besluit zoals uitgewerkt in het “Addendum Aandeelhoudersovereenkomst” werking ontbeert wegens de nietigheid ervan, althans dit besluit c.q. de werking daarvan te vernietigen, althans subsidiair het betreffende besluit c.q. de werking daarvan te schorsen totdat in een bodemprocedure over de nietigheid dan wel vernietigbaarheid van het besluit is beslist;
VIII. te verklaren dat het op 5 mei 2023 genomen besluit tot beëindiging c.q. opzegging van de managementovereenkomst van [eiseres sub 1] B.V. ( [A] ) werking ontbeert wegens de nietigheid ervan, althans dit besluit c.q. de werking daarvan te vernietigen, althans subsidiair het betreffende besluit c.q. de werking daarvan te schorsen totdat in een bodemprocedure over de nietigheid dan wel vernietigbaarheid van het besluit is beslist;
IX. [gedaagde sub 1] c.s. ieder hoofdelijk te verbieden uitvoering te geven of medewerking te geven onder de onder VII en VIII hierboven genoemde besluiten, op straffe van een dwangsom van € 30.000 per overtreding, alsmede een dwangsom van €3.000 per dag dat zij in strijd handelen met de gevorderde verboden;
X. [gedaagde sub 2] B.V. per de datum van het vonnis in kort geding schorsen als bestuurder van [gedaagde sub 1] totdat in de een bodemprocedure c.q. een procedure bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam is beslist over een verdere schorsing dan wel het ontslag van [gedaagde sub 2] als bestuurder van [gedaagde sub 1] ;
XI. [gedaagde sub 2] te gebieden de door hem gehouden aandelen in [gedaagde sub 1] conform het bepaalde in artikel 7 van de aandeelhoudersovereenkomst aan te bieden binnen 14 werkdagen vanaf de datum van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van € 100.000 te vermeerderen met een dwangsom van € 25.000 per dag dat [gedaagde sub 2] in strijd handelt met het opgelegde gebod;
XII. [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de datum van algehele betaling.