ECLI:NL:RBMNE:2023:2930
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort
Op 6 maart 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, dat op 19 oktober 2022 bekend was gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat was ingediend, namelijk op 12 december 2022, terwijl de termijn voor indiening op 30 november 2022 was verstreken. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft overwogen dat een beroep binnen zes weken na bekendmaking van het besluit moet worden ingediend, zoals vastgelegd in artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb. Eiser heeft aangevoerd dat hij moest wachten op een tekening van de vorige eigenaar van zijn woning om aan te tonen dat verweerder een onjuiste beslissing had genomen. De rechtbank oordeelde echter dat dit geen geldige reden was voor de te late indiening van het beroepschrift. Eiser had ook een pro-forma beroep kunnen indienen, waarbij hij later de redenen had kunnen opgeven.
De rechtbank concludeert dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift een fatale termijn van openbare orde is, die niet kan worden gewijzigd. Aangezien er geen verschoonbare omstandigheid is, heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de partijen.