ECLI:NL:RBMNE:2023:2935

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 maart 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
22/4851
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet indienen van besluit

Op 13 maart 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak, geregistreerd onder zaaknummer UTR 22/4851. Eiser heeft op 6 oktober 2022 beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen. Volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een eiser een kopie van het besluit waartegen hij in beroep gaat in te dienen. In dit geval heeft eiser verzuimd om dit besluit te overleggen, ondanks een herinneringsbrief van de rechtbank op 9 december 2022 waarin hij werd verzocht om binnen vier weken het ontbrekende document aan te leveren. Eiser heeft hierop niet gereageerd.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld, omdat de noodzakelijke documenten ontbreken. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en is ondertekend door rechter S.C.A. van Kuijeren, met I.J. Tiktak als griffier. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens zijn met deze uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/4851

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 maart 2023 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

onbekend, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 6 oktober 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet een kopie van het besluit indienen waar hij het niet mee eens. Dit staat in artikel 6:5 van de Awb. Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het besluit niet is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiser op 9 december 2022 een brief gestuurd, waarin staat dat eiser binnen vier weken een kopie moet opsturen van het besluit waar hij het niet mee eens is.
4. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief.
5. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.