ECLI:NL:RBMNE:2023:3013
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake Wob/Woo informatieverzoek
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 1 juni 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoeker had een aanvraag ingediend om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet open overheid (Woo), welke door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap was afgewezen. Verzoeker stelde dat hij spoedeisend belang had bij de gevraagde informatie, omdat hij deze nodig had voor een procedure bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). De voorzieningenrechter oordeelde echter dat er geen spoedeisend belang aanwezig was. De voorzieningenrechter benadrukte dat de voorlopige voorzieningenprocedure bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van de bezwaarprocedure een voorlopige maatregel te treffen, en dat er alleen een voorlopige voorziening kan worden getroffen als er sprake is van 'onverwijlde spoed'. Verzoeker had onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er een onomkeerbare situatie zou ontstaan door het uitblijven van de gevraagde informatie. Bovendien was het verzoek om voorlopige voorziening niet toewijsbaar, omdat het een onomkeerbaar karakter heeft en de voorzieningenrechter niet kon vaststellen dat de weigering om de informatie openbaar te maken onrechtmatig was. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was en wees het verzoek af. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.