ECLI:NL:RBMNE:2023:3032
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.A. Hebly
- V.C. Kool
- V.A. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verkrachting wegens onvoldoende bewijs ter ondersteuning van de verklaring van de aangeefster
Op 27 juni 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verkrachting van de aangeefster op 19 februari 2022 te Dronten. De rechtbank heeft de zaak behandeld op tegenspraak, waarbij de officier van justitie, mr. A. Dam, en de raadsman van de verdachte, mr. C.N.G.M. Starmans, aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging, die als bijlage aan het vonnis is gehecht, niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de aangeefster niet voldoende werd ondersteund door ander bewijs. De aangeefster had verklaard dat zij met de verdachte in een speeltuin was en dat hij haar had verkracht, terwijl de verdachte ontkende en stelde dat de seksuele handelingen met instemming waren gebeurd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de inconsistenties in de verklaring van de aangeefster, in combinatie met de consistente verklaring van de verdachte en de getuigenverklaringen, onvoldoende basis boden om tot een bewezenverklaring te komen. Daarom is de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. De benadeelde partij, die zich had gevoegd in het geding, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de verdachte van het tenlastegelegde werd vrijgesproken. De rechtbank heeft de benadeelde partij in de kosten van de verdachte veroordeeld, die tot op dat moment op nihil zijn begroot.