ECLI:NL:RBMNE:2023:3034

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 april 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
22/5477
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen besluit van de politiechef eenheid Midden-Nederland

Op 21 april 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de korpschef van de politie, vertegenwoordigd door de politiechef van eenheid Midden-Nederland. Eiser had op 23 november 2022 beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, dat op 13 oktober 2022 was genomen. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het beroepschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor was het niet mogelijk om de zaak inhoudelijk te behandelen.

De rechtbank heeft eiser op 18 januari 2023 een brief gestuurd waarin hij werd verzocht om binnen vier weken aan te geven waarom hij het niet eens was met het besluit. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze oproep. Gezien het ontbreken van beroepsgronden, die essentieel zijn voor de behandeling van het beroep, heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank geen inhoudelijke uitspraak kan doen over de zaak.

De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier was verhinderd om de uitspraak mede te ondertekenen. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/5477

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 april 2023 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser.

en
de korpschef van de politie, namens deze, de politiechef eenheid Midden-Nederland, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 23 november 2022 tegen het besluit van verweerder van 13 oktober 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet zeggen waarom hij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘beroepsgronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de Awb. Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom er geen beroepsgronden zijn genoemd. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiser op 18 januari 2023 een brief gestuurd, waarin staat dat hij binnen vier weken moet aangeven waarom hij het niet eens is met het besluit.
5. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 april 2023.
(De griffier is verhinderd de uitspraak
mede te ondertekenen.)
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.