Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 maart 2022 met 4 producties;
 - de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, met 6 producties;
 - de conclusie van antwoord in reconventie;
 - de akte aanvulling verweer in conventie en aanvulling eis in reconventie;
 - de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 12 mei 2023.
 
2.De feiten
[A], geboren op [2005] in [geboorteplaats] .
- 145 aandelen KPN;
 - 111 aandelen [.] ;
 - 84 aandelen ING;
 - f. 4.163,89 contanten.
 
3.Het geschil
In conventie
- “te bepalen, dat de schenking onder uitsluiting, door [C] groot € 19.049 aan de vrouw toekomt, voordat verdeling van het saldo van de gemeenschap van goederen plaatsvindt;
 - te bepalen, dat de restant schuld aan de vader van de vrouw, zoals genoemd onder kopje “echtelijke woning” groot € 38.481,- en de achterstallige rente ad € 34.941,- voor de verdeling van de gemeenschap, aan de vader van de vrouw wordt voldaan;
 - de waarde van de ontbonden gemeenschap van goederen vast te stellen, rekening houdend met de p.m. posten, zoals vermeld onder het kopje “reconventie” in haar conclusie van antwoord, volgens de formule:
 
- te bepalen, dat het restant bedrag tussen partijen 50/50 wordt verdeeld;
 - de man te veroordelen 50% van het aldus te berekenen bedrag, dan wel het door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, aan de vrouw uit te betalen.”