Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 juli 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
De heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente]
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
- [adres 2] , verkocht op 18 augustus 2020 voor € 475.000,-;
- [adres 3] , verkocht op 8 oktober 2020 voor € 525.000,-;
- [adres 4] , verkocht op 6 juli 2020 voor € 625.000,-.
€ 483.000,-, dan komt dat er op neer dat de woning met een m2-prijs van € 2.045 is gewaardeerd, gelet op de door de heffingsambtenaar gehanteerde grondprijs van
€ 151.670,-. Nu de getaxeerde m2-prijs van de woning lager ligt dan de gerealiseerde m2-prijs van de vergelijkbare referenties, maakt de heffingsambtenaar naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk dat de voorgestelde waarde van € 483.000,- niet te hoog is. Voor zover de uitstraling van de woning van eiser anders zou zijn dan de uitstraling van de referenties, heeft de heffingsambtenaar op de zitting voldoende toegelicht dat dit komt door de foto die is afgebeeld op de taxatiematrix. De uitstraling van de woning wijkt niet zodanig af dat er rekening mee hoeft te worden gehouden in de taxatie. De rechtbank heeft geen reden om aan deze uitleg te twijfelen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.B.L. Kosterman-Meijer, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
6 juli 2023.