ECLI:NL:RBMNE:2023:3563

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 april 2023
Publicatiedatum
14 juli 2023
Zaaknummer
23/189
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar inzake de WOZ-waarde van een onroerende zaak

Op 21 april 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de heffingsambtenaar van de gemeente. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de WOZ-waarde van haar woning, die door de heffingsambtenaar was vastgesteld op € 310.000,- per 1 januari 2021. Eiseres ontving op 1 november 2022 de aanslag en ging in beroep nadat haar bezwaar op 2 december 2022 ongegrond was verklaard. Tijdens de zitting op 21 april 2023 was alleen de gemachtigde van de heffingsambtenaar aanwezig, terwijl eiseres en haar gemachtigde niet verschenen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde WOZ-waarde niet te hoog was. De rechtbank heeft de referentiewoningen die door de heffingsambtenaar zijn gebruikt als voldoende vergelijkbaar beoordeeld. Eiseres had een lagere waarde van € 502.000,- bepleit, maar de rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar de waarde op de juiste wijze had vastgesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/189

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

21 april 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. J.W. Vugts),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] (de heffingsambtenaar)

(gemachtigde: R. Keeris).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 2 december 2022.
Eiseres heeft op 1 november 2022 een aanslag ontvangen op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) gekregen, waarin de waarde van de onroerende zaak aan de [adres 1] in [plaats] (de woning) voor het belastingjaar 2022 is vastgesteld op € 310.000,- naar de waardepeildatum 1 januari 2021. De heffingsambtenaar heeft bij deze beschikking aan eiseres als eigenaar van deze woning ook een aanslag onroerendezaakbelastingen opgelegd, waarbij deze waarde als heffingsmaatstaf is gehanteerd.
In de uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres is hiertegen in beroep gegaan.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 21 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben via MsTeams deelgenomen: de gemachtigde van de heffingsambtenaar. De gemachtigde van eiser en eiser zijn zonder bericht van verhindering niet verschenen.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering. In het verweerschrift en op de zitting heeft de heffingsambtenaar aangegeven dat de beroepsgrond over de ontvankelijkheid wordt ingetrokken. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar wel ontvankelijk is nu het bezwaarschrift is binnengekomen per post op 31 oktober 2022.
2. De woning is een in 1972 gebouwde rijwoning met berging, dakkappelen en een overkapping. De woning heeft een gebruiksoppervlakte van 127 m2 en een kaveloppervlakte van 145 m2.
3. Partijen verschillen van mening over de waarde van de woning per 1 januari 2021. Eiseres bepleit een lagere waarde, namelijk € 502.000,-. De heffingsambtenaar handhaaft in beroep de door hem vastgestelde waarde.
4. De heffingsambtenaar moet aannemelijk maken dat hij de WOZ-waarde van de woning op de waardepeildatum niet te hoog heeft vastgesteld. De WOZ-waarde van de woning is de waarde in het economisch verkeer. Dat is de prijs die bij verkoop op de voor die woning meest geschikte wijze en na de beste voorbereiding door de meestbiedende koper voor die woning zou zijn betaald. Bij het vaststellen van de WOZ-waarde van de woning heeft de heffingsambtenaar de woning vergeleken met drie verkopen in Leerdam, namelijk:
[adres 2] en [nummer] en [adres 3] . De heffingsambtenaar heeft hierbij de vrijheid om te bepalen welke referentiewoningen hij het meest geschikt vindt. De heffingsambtenaar mag ook in beroep andere refrentiewoningen gebruiken als hij vindt dat er betere referentiewoningen zijn, dan die eerder zijn gebruikt. De referentiewoningen hoeven dus niet identiek te zijn aan de woning. Wel moet de heffingsambtenaar inzichtelijk maken op welke manier hij met de onderlinge verschillen rekening heeft gehouden.
5. De rechtbank is van oordeel dat de heffingsambtenaar met de taxatiematrix en de toelichting die daarop tijdens de zitting is gegeven aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. Daartoe neemt de rechtbank in aanmerking dat de heffingsambtenaar referentiewoningen heeft gekozen die voldoende vergelijkbaar zijn met de woning, omdat zij in dezelfde omgeving liggen, niet te ver van de waardepeildatum zijn verkocht en wat bouwjaar en uitstraling betreft voldoende vergelijkbaar zijn met de woning. Verder merkt de rechtbank op dat de woning van eiser is getaxeerd op € 320.000,-, dit ligt hoger dan de vastgestelde waarde van € 310.000,-.
6. Wat eiseres in beroep aanvoert, brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel.
7. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 april 2023 door mr. R. in ‘t Veld, rechter, in aanwezigheid van D. Burggraaf, griffier.
De rechter is verhinderd dit proces-verbaal te ondertekenen
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dit proces-verbaal is verzonden op de stempeldatum die hierboven staat.