Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juli 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres,
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder,
Inleiding
Overwegingen
Verweerder moet alsnog een besluit nemen
Griffierecht
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 15 juni 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank ontving het beroep, dat oorspronkelijk was ingediend bij de rechtbank Noord-Holland, en heeft vastgesteld dat de rechtbank Midden-Nederland bevoegd is om hierover te oordelen. Op 12 april 2023 heeft de Belastingdienst een verweerschrift ingediend, maar beide partijen hebben aangegeven geen gebruik te willen maken van hun recht om gehoord te worden op een zitting, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat het bestuursorgaan in gebreke is gebleven om tijdig een besluit te nemen. Eiseres heeft verweerder op 15 juni 2022 in gebreke gesteld, en het beroep is ingediend op 21 februari 2023, meer dan twee weken na deze ingebrekestelling. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden. Verweerder is opgedragen om alsnog binnen een termijn van twee weken na de uitspraak een besluit te nemen, met een uiterste datum van 1 juli 2024. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer en is openbaar uitgesproken op 27 juli 2023. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een beroepschrift in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als zij het niet eens is met deze uitspraak.