Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 april 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
P.W. Hogenbirk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 4 april 2023.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar. Het bezwaar was op 11 januari 2022 ontvangen, en de beslissing op dit bezwaar had uiterlijk binnen de wettelijke termijn moeten worden genomen. Verweerder heeft op 3 oktober 2022 een beslissing genomen, waarbij eiseres een maximale dwangsom is toegekend. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat verweerder inderdaad te laat heeft beslist en dat eiseres correct een ingebrekestelling heeft gedaan op 5 augustus 2022. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog een beslissing te nemen binnen vier weken na de uitspraak. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het griffierecht van € 50,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren op 4 april 2023, en is openbaar uitgesproken.