Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is op 9 augustus 2023 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen twee ex-echtelieden over de verdeling van een auto, een Opel Zafira, die in de echtscheidingsbeschikking van 16 december 2021 aan de gedaagde was toegedeeld. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M. el Ahmadi, vorderde dat de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. T.C. Cooman, zou meewerken aan de overdracht van de auto aan hem, en dat hij gecompenseerd zou worden voor de schade aan de auto. De gedaagde verweerde zich door te stellen dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen, omdat de aanvaarding van het aanbod door de eiser niet tijdig was en afweek van het oorspronkelijke aanbod.
De kantonrechter oordeelde dat de vorderingen van de eiser moesten worden afgewezen. De rechter stelde vast dat, hoewel de eiser aanvankelijk had aangegeven de auto te willen overnemen, hij later zijn aanvaarding had ingetrokken omdat hij compensatie voor de waardedaling van de auto eiste. Hierdoor was er geen overeenstemming over de prijs en dus geen overeenkomst waaruit nakoming kon worden gevorderd. De rechter merkte op dat de communicatie tussen de partijen, in het belang van hun kinderen, verbeterd moest worden, en vroeg zich af hoe deze procedure daarin paste.
De proceskosten werden aan de eiser opgelegd, die als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. De kosten aan de zijde van de gedaagde werden begroot op € 264,00. Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter mr. I.L. Rijnbout in aanwezigheid van de griffier.