ECLI:NL:RBMNE:2023:4035

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 augustus 2023
Publicatiedatum
2 augustus 2023
Zaaknummer
10477603
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot overdracht van auto na echtscheiding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is op 9 augustus 2023 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen twee ex-echtelieden over de verdeling van een auto, een Opel Zafira, die in de echtscheidingsbeschikking van 16 december 2021 aan de gedaagde was toegedeeld. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M. el Ahmadi, vorderde dat de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. T.C. Cooman, zou meewerken aan de overdracht van de auto aan hem, en dat hij gecompenseerd zou worden voor de schade aan de auto. De gedaagde verweerde zich door te stellen dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen, omdat de aanvaarding van het aanbod door de eiser niet tijdig was en afweek van het oorspronkelijke aanbod.

De kantonrechter oordeelde dat de vorderingen van de eiser moesten worden afgewezen. De rechter stelde vast dat, hoewel de eiser aanvankelijk had aangegeven de auto te willen overnemen, hij later zijn aanvaarding had ingetrokken omdat hij compensatie voor de waardedaling van de auto eiste. Hierdoor was er geen overeenstemming over de prijs en dus geen overeenkomst waaruit nakoming kon worden gevorderd. De rechter merkte op dat de communicatie tussen de partijen, in het belang van hun kinderen, verbeterd moest worden, en vroeg zich af hoe deze procedure daarin paste.

De proceskosten werden aan de eiser opgelegd, die als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. De kosten aan de zijde van de gedaagde werden begroot op € 264,00. Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter mr. I.L. Rijnbout in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 10477603 \ UC EXPL 23-2884
Vonnis van 9 augustus 2023 (bij vervroeging)
in de zaak van
[eisende partij],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. M. el Ahmadi
tegen
[gedaagde partij],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. T.C. Cooman.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar deze zaak over gaat

2.1.
Partijen zijn getrouwd geweest. In de echtscheidingsbeschikking van 16 december 2021 heeft de rechtbank de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vastgesteld. Voor zover relevant is daarbij een Opel Zafira (verder te noemen: de auto) toegedeeld aan [gedaagde] onder verrekening van de helft van de (nog te taxeren) waarde op de datum van de beschikking.
2.2.
Op 15 februari 2022 heeft mr. Cooman aan mr. El Ahmadi de taxatiewaarde van de auto doorgegeven en daarbij vermeld dat [gedaagde] de auto wilde verkopen omdat deze te duur was. De laatste zin van die e-mail is: ‘Indien uw cliënte de auto toebedeeld wenst te verkrijgen voor de getaxeerde waarde, dan verneem ik dat graag uiterlijk morgen 16/2/22.’
2.3.
Op 21 februari 2022 schrijft mr. El Ahmadi dat [eiser] graag wil dat de auto aan hem wordt toebedeeld en dat de taxatiewaarde akkoord is.
2.4.
[eiser] vordert - samengevat - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] te veroordelen:
om mee te werken aan het op naam van [eiser] stellen van de auto onder verbeurte van een dwangsom;
om de schade aan de auto te laten repareren of om [eiser] te compenseren voor de waardedaling van de auto;
in de kosten van deze procedure.
2.5.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] is van mening dat er geen overeenkomst is tussen partijen. Ten eerste omdat haar aanbod niet binnen de door haar gestelde termijn is aanvaard en ten tweede omdat de aanvaarding van [eiser] afwijkt van haar aanbod. Zij concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
2.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De vorderingen van [eiser] worden afgewezen. De kantonrechter legt hierna uit waarom dat zo is.
3.2.
[eiser] heeft laten weten dat hij de auto wilde overnemen, maar heeft zich daarna op het standpunt gesteld dat [gedaagde] daarbij de waardedaling van de auto door de aanrijding van 14 juli 2021 aan hem op enigerlei wijze moet vergoeden. Voor zover de aanvaarding door [eiser] op 21 februari 2022 tijdig is gedaan, is die aanvaarding later door hem ingetrokken. Hij was immers niet langer bereid de auto over te nemen tegen de getaxeerde waarde, zonder dat hij daarbij werd gecompenseerd voor de waardedaling van de auto door de aanrijdingsschade. Omdat [gedaagde] het daar niet mee eens is, is er tussen partijen geen overeenstemming over de prijs en dus geen overeenkomst waarvan nakoming kan worden gevorderd.
Ten overvloede
3.3.
In de echtscheidingsbeschikking is overwogen dat de rechtbank ervan uitgaat dat partijen zich in het belang van de kinderen tot het uiterste zullen inspannen om de communicatie tussen hen te verbeteren en met zo min mogelijk spanningen te laten verlopen. De kantonrechter vraagt zich af hoe deze procedure daarin past.
De proceskosten
3.4.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op: € 264,00 (2 punten x tarief € 132,00).

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
wijst de vordering af;
4.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 264,00 aan salaris gemachtigde;
4.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.L. Rijnbout, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2023.