ECLI:NL:RBMNE:2023:4048

• Datum uitspraak: 3 augustus 2023
• Publicatiedatum: 3 augustus 2023
• Zaaknummer: 16/271943-22 (P)
• Instantie: Rechtbank Midden-Nederland
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Strafrecht
• Procedures: Eerste aanleg - meervoudig
• Rechters: E.H.M. Druijf; L.C. Michon; M.J. Terstegge
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Verkrijgen en bezitten van kinderpornografische afbeeldingen en verduistering van geneesmiddelen in dienstbetrekking

Op 3 augustus 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en bezitten van afbeeldingen van kinderpornografische aard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een aanzienlijke periode, van 23 oktober 2016 tot en met 15 november 2022, een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van deze afbeeldingen. De verdachte is daarnaast veroordeeld voor de verduistering van geneesmiddelen in dienstbetrekking. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen van zijn eigen kinderen, omdat deze afbeeldingen niet als zodanig konden worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijk deel van de straf zijn bijzondere voorwaarden verbonden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en deelname aan een behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummer: 16/271943-22 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 3 augustus 2023

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [1980] te [geboorteplaats] ,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:

[adres 1] , [postcode] te [woonplaats] ,

thans gedetineerd in [verblijfplaas] ,

hierna te noemen: verdachte.

1. ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 21 maart 2023, 23 mei 2023 en 20 juli 2023. Op laatstgenoemde datum is de zaak inhoudelijk behandeld.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. T. Tanghe en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. C. van Oort, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2. TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

feit 1

in de periode van 23 oktober 2016 tot en met 15 november 2022 te Vianen (een grote) hoeveelheid kinderporno heeft verspreid, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, zich daartoe de toegang heeft verschaft en in bezit heeft gehad, en hiervan een gewoonte heeft gemaakt;

feit 2

primair

in de periode van 1 februari 2018 tot en met 15 november 2022 te Vianen en/of Utrecht in dienstbetrekking medicijnen heeft verduisterd;

subsidiair

in voornoemde periode te Vianen en/of Utrecht opzettelijk zonder vergunning geneesmiddelen in voorraad heeft gehad;

feit 3

in de periode van 18 augustus 2016 tot en met 15 november 2022 te Vianen kinderporno (102 afbeeldingen) heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad van zijn eigen minderjarige kinderen, en hiervan een gewoonte heeft gemaakt.

3. VOORVRAGEN

Partiële nietigheid dagvaarding

3.1

Het standpunt van de verdediging De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de dagvaarding partieel nietig dient te worden verklaard omdat de tenlastelegging partieel niet voldoet aan de eisen van artikel 261 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat voor de eerste twee gedachtestreepjes geldt dat niet duidelijk is om welke afbeeldingen het gaat, wat er op die afbeeldingen te zien is en wat daarvan de vindplaats is. Dit deel van de dagvaarding is dan ook nietig. Dat geldt eveneens voor het derde en vierde gedachtestreepje van de tenlastelegging onder 1. Hier is weliswaar een vindplaats opgenomen, maar het is eveneens niet duidelijk om welke afbeeldingen het gaat en wat er per afbeelding te zien is. De dagvaarding dient dus ook voor dat deel partieel nietig te worden verklaard, zodat er ten aanzien van feit 1 in totaal 14 afbeeldingen overblijven.
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de omschrijving en vindplaats van de afbeeldingen in het geheel ontbreekt. Bij wijziging van de tenlastelegging op 21 maart 2023 is weliswaar een goednummer toegevoegd, maar hiermee wordt onvoldoende voldaan aan de eisen van artikel 261 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering. De dagvaarding dient voor wat betreft de gehele tenlastelegging van feit 3 dan ook nietig te worden verklaard.

3.2

Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de dagvaarding geldig is, omdat het voor verdachte duidelijk is om welke afbeeldingen het gaat. De officier van justitie heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van feit 1 geldt dat de dagvaarding na de wijziging tenlastelegging op 21 maart 2023 voldoende is verfeitelijkt.
Ten aanzien van feit 3 geldt dat een tenlastelegging in combinatie met het dossier moet worden beoordeeld. De afbeeldingen die zijn tenlastegelegd onder feit 3 zijn ter terechtzitting van 20 juli 2023 aan verdachte getoond en zijn uitvoerig met hem besproken. Het is voor verdachte dus duidelijk om welke afbeeldingen het gaat en waartegen hij zich moet verdedigen.
3.3 Het oordeel van de rechtbank Ten aanzien van feit 1 is de rechtbank van oordeel dat, gelet op het arrest van de Hoge Raad van 20 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BS1739, de dagvaarding partieel niet voldoet aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, omdat een deel van de daarin opgenomen afbeeldingen niet voldoende feitelijk is omschreven. Dit betreft de afbeeldingen die zijn bedoeld onder het derde en vierde gedachtestreepje. Van die afbeeldingen is immers geen aanduiding en omschrijving in de dagvaarding opgenomen. Dit leidt er toe dat de dagvaarding ten aanzien van die (onder het derde en vierde gedachtestreepje) ten laste gelegde afbeeldingen, (partieel) nietig zal worden verklaard.
Ten aanzien van feit 3 geldt dat zowel de rechtbank als de verdediging ter terechtzitting van 20 juli 2023 de toonmap hebben ingezien en dat de afbeeldingen met verdachte zijn besproken. Daarnaast heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat deze afbeeldingen op zijn computer zijn aangetroffen en dat hij begreep waar de verdenking voor wat betreft die afbeeldingen op zag. Hieruit volgt dat het verdachte voldoende duidelijk was dat dit de afbeeldingen betroffen waartegen hij zich moest verdedigen, zodat de dagvaarding voor dat deel geldig is.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding – met uitzondering van de hiervoor weergegeven partiële nietigheid – geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4. WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het onder 1, 2 primair en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.

Ten aanzien van feit 3 vordert de officier van justitie verdachte partieel vrij te spreken van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen van zijn zoontje. De officier van justitie vordert verdachte eveneens partieel vrij te spreken van het een gewoonte maken van het vervaardigen en het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen van zijn eigen kinderen.

Voor zover relevant wordt het standpunt van de officier van justitie verder besproken onder het oordeel van de rechtbank.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van feit 1 op het standpunt gesteld dat het feit bewezen kan worden, met dien verstande dat het slechts gaat om het downloaden en het in bezit hebben van 14 afbeeldingen. Het woord ‘grote’ dient daarom geschrapt te worden, nu het niet gaat om een grote hoeveelheid, maar slechts een hoeveelheid.

De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 2 primair tenlastegelegde. De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de medicijnen dienen te worden aangemerkt als een res nullius, nu het gaat om afval dat verdachte heeft weggenomen. Verduistering daarvan is niet strafbaar.

De raadsvrouw heeft eveneens vrijspraak bepleit van het onder 3 tenlastegelegde omdat de afbeeldingen niet onmiskenbaar als kinderpornografisch kunnen worden aangemerkt.

Voor zover relevant wordt het standpunt van de verdediging verder besproken onder het oordeel van de rechtbank.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Vrijspraak feit 3

In de woning van verdachte zijn gegevensdragers in beslag genomen met daarop onder meer 24 unieke afbeeldingen (foto’s) van zijn eigen kinderen, waarop zij (deels) ontkleed zijn afgebeeld. Deze afbeeldingen zijn door de politie als kinderpornografisch gekwalificeerd.

De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen zijn aan te merken als afbeeldingen van seksuele gedragingen als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.

Juridisch kader

De rechtbank overweegt dat in de Aanwijzing Kinderpornografie 2016 van het College van Procureurs-Generaal van 1 mei 2016 een aantal criteria staat vermeld waaraan afbeeldingen moeten voldoen alvorens zij als kinderpornografisch kunnen worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft deze criteria bij de beoordeling van de foto’s in ogenschouw genomen.

Op grond van de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie moet worden aangenomen dat artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht vooreerst ziet op een afbeelding van een gedraging van expliciet seksuele aard, zoals die aan de hand van de afbeelding zelf kan worden vastgesteld, waaronder begrepen het op zinnenprikkelende wijze tonen van de geslachtsdelen of de schaamstreek. Het gaat hierbij om een gedraging die reeds door haar karakter strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. Voorts ziet artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht op een afbeelding die weliswaar niet een gedraging van expliciet seksuele aard in de hiervoor aangegeven zin toont, maar die, gelet op de wijze waarop zij is tot stand gekomen, eveneens strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. (Hoge Raad 7 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO6446).

Beoordeling

De rechtbank heeft in raadkamer ter terechtzitting van 20 juli 2023 kennisgenomen van de betreffende afbeeldingen (hierna ook: de foto’s). Bij de beoordeling van de foto’s heeft de rechtbank ook de wijze van totstandkoming meegewogen.

De rechtbank is, na het bekijken van de foto’s, van oordeel dat de afbeeldingen geen gedragingen van expliciet seksuele aard tonen zoals hierboven bedoeld. Evenmin kan gesproken worden van minderjarigen in een zodanige houding of omgeving dat de afbeeldingen daardoor een onmiskenbaar seksuele strekking hebben.

De rechtbank is van oordeel dat de foto’s – gelet op het karakter en de context – zijn genomen in een voor de minderjarige natuurlijke omgeving waarbij de minderjarigen zich op een, gelet op hun leeftijd, natuurlijke wijze gedragen. Er is geen sprake van een onnatuurlijke of uitdagende houding van de minderjarigen en het camerastandpunt is niet zodanig dat de nadruk ligt op het in beeld brengen van geslachtsdelen. Evenmin lijkt sprake te zijn van poseren of doen poseren.

Ten aanzien van de wijze van totstandkoming heeft de rechtbank tevens de context waarin de foto’s zijn genomen meegewogen en stelt daaromtrent het volgende vast. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting volgt dat een aantal foto’s is genomen op een openbaar strandje aan de rivier [....] , waar verdachte vaker samen met zijn gezin kwam om te ontspannen. Verdachte heeft verklaard dat de kinderen daar op die leeftijd vaak naakt in het zand en in het water speelden, mede zodat de kleding niet vies zou worden. Bij deze uitjes waren vaak ook andere mensen (vrienden van het gezin) aanwezig. Verdachte heeft daarover verklaard dat de foto’s zijn gemaakt in familieverband, omdat de kinderen er in zijn ogen ontspannen bij lagen of omdat bijvoorbeeld de dochter de zonnebril van de moeder ophad. Omdat de kinderen naakt waren, is op de foto’s ook hun geslachtsdeel in beeld. Op een enkele foto raakt de dochter ook haar geslachtsdeel aan, maar de foto’s maken deel uit van een grote sessie foto’s, en verdachte heeft verklaard dat hij dat aanraken, dat kennelijk op enig moment heeft plaatsgevonden, niet in de gaten heeft gehad. Over de foto’s van zijn zoontje in het kleedhokje heeft verdachte verklaard dat zij door zijn dochter zijn gemaakt. Ook de vrouw van verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat de foto’s in het zwembadhokje vermoedelijk door de dochter zijn gemaakt en dat zij op een andere foto de hand van verdachte ziet, zodat deze foto niet door hem kan zijn gemaakt. Voorts heeft zij verklaard dat zij de foto’s nooit op die manier
(de rechtbank begrijpt: als kinderpornografisch) gezien heeft en dat de foto’s volgens haar gewoon “blote billen op een strandje” weergeven. ^[1]

De rechtbank is, gelet op al het voorgaande, van oordeel dat de foto’s niet voldoen aan het vereiste van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht en zal verdachte dan ook vrijspreken van het aan hem onder 3 tenlastegelegde.

Bewijsmiddelen ^[2]

Ten aanzien van feit 1

De verklaring van verdachte ter terechtzitting – zakelijk weergegeven – inhoudende:

Het klopt dat ik in de ten laste gelegde periode meermalen kinderporno heb gedownload en in mijn bezit heb gehad. Ik ben de gebruiker van de naam [naam] en van de
e-mailadressen [e-mailadres 1] en [e-mailadres 2] . ^[3]

Een proces-verbaal van beoordeling beeldmateriaal – zakelijk weergegeven – inhoudende:

Ik las in de meldingsrapport dat het bedrijf Google aan de Cybertipline had gemeld dat een gebruiker met de naam ' [naam] ' en de e-mailadressen ' [e-mailadres 1] ' en ' [e-mailadres 2] ' gebruikmakend van onder andere het IP-adres [IP-adres] beeldmateriaal had geplaatst dat vermoedelijk kinderporno betrof op Google Drive. Meerdere CT-rapporten zijn door TBKK Landelijke Eenheid ontvangen waarvan de genoemde kenmerken van gebruikersnaam, e-mailadressen en verschillende overeenkomende IP-adressen. ^[4]

CT rapport nummer [.] ^[5]

Op deze gedane schriftelijke vordering verstrekking gebruikersgegevens art. 126na

van het Wetboek van Strafvordering verstrekte de internet provider de volgende abonneegegevens:

Abonnee

Naam: [verdachte]

Adres: [adres 1]

Postcode/Woonplaats: [postcode] [plaats 1] [provincie] ^[6]

Beschrijving foto’s

bestandsnaam: [bestandsnaam 1] uit CT-rapport [.]

Dit betrof een kleurenfoto welke uit acht unieke screenshots bestaat, vier boven en vier beneden. In chronologische volgorde zie ik, verbalisant, een meisje in de geschatte leeftijd van acht jaar die haar tepel vasthoudt, erin knijpt, vervolgens haar vingers in haar mond doet en dan haar tepel naar haar mond brengt en eraan likt. De foto is vanuit onder gemaakt en daarbij is alleen haar bovenlichaam en gezicht in beeld. Dan zijn er drie screenshots waarbij alleen de vagina zichtbaar is. Bij één shot houdt zij haar vinger tegen haar schaamlippen.

bestandsnaam: [bestandsnaam 2] uit CT-rapport [.]

Deze kleurenfoto betrof tien unieke screenshots, vijf boven en vijf beneden. Op de screenshots is een naakt meisje van ongeveer 10 jaar zichtbaar. Zij zit eerst op een wasmachine, spreidt haar benen en houdt vervolgens haar vingers tegen haar vagina. Dan zie ik, verbalisant, een viertal screenshots waarbij het meisje met haar geslachtsdeel op een fles 'mangosap' gaat zitten waarna de dop niet meer zichtbaar is. Op deze shots is alleen het onderlichaam te zien. De laatste twee screenshots betreffen twee ingezoomde afbeeldingen van een vagina met waterdruppels. ^[7]

Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming – zakelijk weergegeven – inhoudende:

Op 15 november 2022 werd binnengetreden in de woning: [adres 1] , [postcode] [plaats 1] .

In de woning werden de volgende goederen aangetroffen en in beslag genomen: ^[8]

744347 tablet Samsung

744859 laptop HP ^[9]

744877 Externe hardeschijf Samsung

744744 laptop HP ^[10]

Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal – zakelijk weergegeven – inhoudende:

De voorwerpen met de onderstaande beslagcodes zijn onderzocht en daarop is wel strafbaar materiaal aangetroffen:
744347 tablet Samsung

744744 laptop HP
744859 laptop HP

744877 HDD Samsung ^[11]

De kinderpornografische afbeeldingen betreffen allemaal foto's.

Het uitkijksysteem toont de periode waarop de kinderpornografische foto's door de gebruiker voor het laatst benaderd zijn (last accessed) op 1/1/0001, op 1/1/1970 en ligt vanaf 23/10/2016 tot en met 18/11/2022. ^[12]

Alle foto's waarop penetratie te zien is gaat het om minderjarige meisjes die gepenetreerd worden door een volwassen man of door zichzelf. De vormen van penetratie zijn zowel oraal, vaginaal als anaal. Zo zijn op één foto meerdere foto's te zien waarbij minderjarige meisjes de penis van een man pijpen.

Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in bijlage III: Foto's 1 t/m 7

De foto's van ontuchtige handelingen betreffen het betasten van of door een minderjarige, zowel bij een volwassene als bij zichzelf. Dit gebeurt bij geslachtsdelen, billen en borsten voornamelijk met vinger/hand. Zo zijn op één foto meerdere foto's te zien waarbij een volwassene de vagina van een meisje likt en met de vingers de vagina betast en de schaamlipjes uit elkaar duwt.

Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in bijlage III: Foto's 8 t/m 14 ^[13]

Bewijsoverwegingen

Partiële vrijspraak verspreiden/openlijk tentoonstellen/vervaardigen/invoeren/doorvoeren en uitvoeren van kinderporno

Uit het proces-verbaal van de politie maakt de rechtbank op dat tijdens het door de politie uitgevoerde onderzoek niet is gebleken dat verdachte zich bezig heeft gehouden met het verspreiden dan wel openlijk tentoonstellen dan wel vervaardigen dan wel invoeren dan wel doorvoeren dan wel uitvoeren van de kinderpornografische foto’s en films. De rechtbank acht dan ook niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich hieraan heeft schuldig gemaakt en zij zal verdachte daarvan vrijspreken.

Periode

De verdediging heeft ter terechtzitting aangevoerd dat verdachte slechts in twee periodes binnen de ten laste gelegde periode kinderporno heeft gedownload en in zijn bezit heeft gehad. De rechtbank overweegt dat de feiten in ieder geval binnen de ten laste gelegde periode hebben plaatsgevonden en ziet geen reden om de periode in te korten. De rechtbank acht de gehele periode zoals die is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen.

Gewoonte maken van het bezit van kinderporno

Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte gedurende een lange periode, te weten van 23 oktober 2016 tot en met 15 november 2022, 98 afbeeldingen inhoudende kinderporno in bezit heeft gehad. Verdachte heeft de afbeeldingen op verschillende momenten gedurende deze periode verworven. Gelet op het voorgaande oordeelt de rechtbank dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van kinderporno.

Conclusie De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte binnen de ten laste gelegde periode deze foto’s heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad en hiervan een gewoonte heeft gemaakt.

Ten aanzien van feit 2

Proces-verbaal van inbeslagname pillen/medicijnen inhoudende:

Op 15 november 2022 vond een doorzoeking plaats in de woning van verdachte. Ik trof in een kastje boven de oven/magnetron drie plastic bussen, waar shag in had gezeten, aan. In deze shag-bussen zag ik diverse zakjes met lossen pillen/medicijnen, diverse strips en doosjes met pillen/medicijnen. Op een aantal van die zakjes of strips pillen/medicijnen zag ik de naam van [instelling 1] . Ook zag ik namen en geboortedata van personen daarop, die niet woonachtig waren of zijn op het adres van de doorzoeking, [adres 1] te [plaats 1] . ^[14]

E-mail van [A ] , teammanager bij [instelling 1] – zakelijk weergegeven – inhoudende:

Met betrekking tot de vraag of [verdachte] toestemming had vanuit ons als werkgever om medicatie mee naar huis te nemen is het antwoord: NEE. ^[15]

De verklaring van verdachte ter terechtzitting – zakelijk weergegeven – inhoudende:

Het klopt dat ik in de periode van 1 februari 2018 tot en met 15 november 2022 in dienst was bij [instelling 1] te [plaats 2] . Ik heb in die periode meermalen medicijnen van werk mee naar huis genomen. ^[16]

Bewijsoverwegingen

Periode

De verdediging heeft ter terechtzitting aangevoerd dat verdachte slechts enkele keren gedurende zijn dienstverband bij [instelling 1] medicijnen heeft meegenomen en dat dat zeker niet meteen begonnen is bij aanvang van het dienstverband. Verdachte kan daar echter verder geen duiding aan geven. De rechtbank overweegt dat de feiten in ieder geval binnen de ten laste gelegde periode hebben plaatsgevonden en ziet geen reden om de periode in te korten. De rechtbank acht de gehele periode zoals die is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen.

Res nullius

De rechtbank is – anders dan de raadsvrouw – van oordeel dat de medicijnen niet kunnen worden aangemerkt als een res nullius. Het gaat hier om ongebruikte (zware) medicijnen waarvoor [instelling 1] de verantwoordelijkheid draagt dat deze – indien niet gebruikt – op een juiste wijze worden verwerkt. Daarom worden de ongebruikte medicijnen niet in een reguliere afvalbak, maar in een speciale bak bestemd ter vernietiging gedeponeerd. Hiermee wordt voorkomen dat de medicijnen vrij toegankelijk zijn voor derden. Door deponering in de bak doet [instelling 1] dus geen afstand van de medicijnen. De medicijnen waren aldus eigendom van [instelling 1] op het moment dat verdachte deze meenam.

Conclusie

De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen en het hiervoor overwogene wettig en overtuigend bewezen dat verdachte binnen de ten laste gelegde periode pillen/medicijnen heeft verduisterd in dienstbetrekking.

5. BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

1 in de periode van 23 oktober 2016 tot en met 15 november 2022 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , meermalen, telkens een hoeveelheid afbeeldingen, te weten foto's en/of screenshots van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en in bezit gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:

- het oraal, anaal en/of vaginaal binnendringen van het lichaam van meisjes die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt, (zie onder meer de onder 1 t/m 7 in de toonmap opgenomen foto's)

en

- het betasten van de bil(len) en/of vagina en/of borst(en) van meisjes die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt, (zie onder meer de onder 8 t/m 14 in de toonmap opgenomen foto's)

en

- het vasthouden en knijpen van/in de tepel en het doen van de vingers in haar mond door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij alleen het bovenlichaam of gezicht in beeld zijn (bestandsnaam: [bestandsnaam 1] uit CT-rapport [.] )

en

- het met gespreide benen zitten op een wasmachine met haar vingers tegen de vagina door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en (vervolgens) het zitten met haar geslachtsdeel op een fles Mangosap waarna de dop niet meer zichtbaar is (bestandsnaam: [bestandsnaam 2] uit CT-rapport [.] )

en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

2 op meer tijdstippen in de periode van 1 februari 2018 tot en met 15 november 2022 te [plaats 2] , (telkens) opzettelijk pillen en/of medicijnen, die (telkens) toebehoorden aan [instelling 1] , en welk(e) pillen en/of medicijnen, verdachte (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als [functie] , wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6. STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:

1

een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;

2

verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft.

7. STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8. OPLEGGING VAN STRAF

8.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met als (bijzondere) voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering, het meewerken aan een ambulante behandeling, een middelenverbod, het meewerken aan middelencontrole, het vermijden kinderporno, het meewerken aan andere voorwaarden het gedrag verdachte betreffende en het hebben van een dagbesteding.

8.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft verzocht om verdachte hoogstens een gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De raadsvrouw stelt zich voorts op het standpunt dat er – gelet op de door de verdediging bepleite vrijspraak voor feit 3 en de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte ten aanzien van feit 1 – daarnaast geen ruimte meer is voor een voorwaardelijke gevangenisstraf. Mocht de rechtbank wel een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, dan verzoekt de raadsvrouw om verdachte geen verplichte behandeling op te leggen. Verdachte zal op vrijwillige basis een behandeling aangaan bij [instelling 3] of een soortgelijke instelling. Indien de rechtbank daar niet in mee gaat, is verdachte bereid om zich aan de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden te houden.

8.3

Het oordeel van de rechtbank

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.

De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven en bezitten van afbeeldingen van kinderpornografische aard. Mede gelet op de hoeveelheid afbeeldingen van kinderpornografische aard en de aanzienlijke periode waarin verdachte deze feiten gepleegd heeft, stelt de rechtbank vast dat hij hiervan een gewoonte heeft gemaakt. Dit zijn zeer ernstige feiten. Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan verduistering van geneesmiddelen in dienstbetrekking.

Bij de vervaardiging van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt en geëxploiteerd. De rechtbank houdt verdachte mede verantwoordelijk voor dat misbruik, omdat hij door kinderporno te verwerven en op te slaan heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Zulk misbruik doorkruist een normale seksuele ontwikkeling en kan voor minderjarigen ernstige gevolgen hebben, waar zij nog lange tijd last van kunnen hebben. Naast het misbruik is het voor slachtoffers ook schadelijk dat de afbeeldingen lange tijd blijven rondgaan. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij zich heeft laten leiden door zijn eigen (seksuele) verlangens en geen oog heeft gehad voor de (zeer) jonge leeftijd en kwetsbare positie van de slachtoffers.

De persoon van verdachte

De rechtbank heeft kennisgenomen van een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 15 mei 2023, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder in aanraking is gekomen met politie en justitie. Omdat dit de norm is, zal de rechtbank dit niet in strafmatigende zin meewegen.

De rechtbank heeft rekening gehouden met een psychologisch rapport betreffende verdachte van 13 juli 2023, uitgebracht door [E] , GZ-psycholoog, waaruit volgt dat verdachte lijdt aan een psychische stoornis, te weten een parafilie, een stressstoornis en een stoornis in het gebruik van cannabis en benzodiazepinen. De psycholoog heeft vastgesteld dat de problematiek ten tijde van de feiten aanwezig was en heeft doorgewerkt in het onder 1 ten laste gelegde feit. De psycholoog heeft de rechtbank daarom geadviseerd om verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten met betrekking tot feit 1. De rechtbank zal dit advies volgen.

De rechtbank heeft eveneens rekening gehouden met een reclasseringsadvies betreffende verdachte van 18 juli 2023, uitgebracht door [F] , reclasseringswerker. De reclassering is van oordeel dat sprake is van een verhoogd risico op recidive als verdachte niet behandeld wordt voor de door het NIFP geconstateerde problematiek. De reclassering adviseert de rechtbank daarom om verdachte in geval van een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling, het vermijden van kinderporno en andere voorwaarden het gedrag betreffende. De reclassering adviseert daaraan een proeftijd van 3 jaren te verbinden. De rechtbank zal dit advies volgen.

Oplegging van de straf

Gelet op de aard en ernst van het feit kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.

Om te bevorderen dat landelijk door rechtbanken voor vergelijkbare feiten ongeveer dezelfde straf wordt opgelegd, zijn landelijke oriëntatiepunten voor strafoplegging ontwikkeld (de LOVS-oriëntatiepunten). Het LOVS-oriëntatiepunt voor het een gewoonte maken van het bezit van kinderporno, is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden. De rechtbank hanteert dit oriëntatiepunt als uitgangspunt. Verdachte heeft zich hiernaast schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking. Voor dit feit bestaat geen oriëntatiepunt. De rechtbank zal daarom aansluiting zoeken bij de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.

De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat in dit geval het opleggen van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden is, om verdachte van het strafwaardige van zijn gedrag te doordringen en zo te voorkomen dat hij in de toekomst in de verleiding komt opnieuw dergelijke feiten te plegen. Verder zal de rechtbank, ter voorkoming van recidive, van de op te leggen straf een substantieel deel voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van drie jaren. Hierbij zullen de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden worden opgelegd.

Het voorgaande leidt ertoe dat de rechtbank een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van veertien (14) maanden, waarvan zes (6) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie (3) jaar.

Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Voorlopige hechtenis De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting verzocht om de voorlopige hechtenis van verdachte met onmiddellijke ingang te op te heffen. Zij heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen ernstige bezwaren zijn ten aanzien van feit 3 en indien verdachte wordt veroordeeld voor feit 1, zit hij reeds lang genoeg vast.

De rechtbank heeft dit verzoek bij afzonderlijke beslissing van 20 juli 2023 afgewezen.

9. BESLAG

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie vordert de gegevensdragers met kinderpornografisch materiaal te onttrekken aan het verkeer. De officier van justitie vordert de overige gegevensdragers terug te geven aan de verdachte.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw verzoekt om, na verwijdering van de kinderpornografische bestanden, de gegevensdragers terug te geven aan verdachte. Op de gegevensdragers staan namelijk privébestanden waar vele – voor verdachte en zijn echtgenote onvervangbare – familiefoto’s op staan zoals foto’s van mensen die inmiddels overleden zijn en geboortefoto’s van de kinderen.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de gegevensdragers waar kinderpornografisch materiaal op is aangetroffen worden onttrokken aan het verkeer. De rechtbank oordeelt dat de overige gegevensdragers zullen worden teruggeven aan verdachte.

Wat betreft het verzoek van de raadsvrouw om de gegevensdragers als het ware te ‘schonen’ en vervolgens terug te geven aan de verdachte, overweegt de rechtbank dat dit een te zware belasting oplevert voor de politie – die reeds te kampen heeft met ernstige capaciteitsproblemen.

De officier van justitie heeft ter terechtzitting aangeboden om de door de vrouw van verdachte aan te wijzen privébestanden te zullen doen verstrekken door de politie op een USB-stick. Op deze wijze kunnen de voor verdachte en zijn familie waardevolle bestanden beschikbaar blijven.

10. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 57, 322 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11. BESLISSING

De rechtbank:

Geldigheid dagvaarding

- verklaart de dagvaarding partieel nietig zoals hiervoor in rubriek 3 vermeld;

Vrijspraak

- verklaart het onder 3 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Bewezenverklaring

- verklaart het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;

- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;

- verklaart verdachte strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van veertien (14) maanden ;

- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van zes (
6) maanden ,
niet zal worden ten uitvoer gelegd , tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;

- stelt daarbij een
proeftijd van drie (3) jaren vast;

- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

- stelt als bijzondere voorwaarden gedurende de proeftijd dat:

* verdachte zich binnen twee werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij [instelling 2] op het adres [adres 2] , [plaats 2] . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;

* verdachte zich laat behandelen door [instelling 3] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk na aanmelding door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.

* verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:

- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;

- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;

- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.

Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.

Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek door de reclassering.

Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd.

Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle.

De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.

* verdachte zich inzet voor het verkrijgen/behouden van stabiliteit ten aanzien van de leefgebieden, bijvoorbeeld ten aanzien van zinvolle dagbesteding. Verder verleent hij medewerking aan [instelling 4] en houdt hij zich aan de door hen gestelde regels en met hen gemaakte afspraken.

- geeft de reclassering opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;

Beslag

- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:

• 744347 tablet Samsung;
• 744744 laptop HP;
• 744859 laptop HP;
• 744877 HDD Samsung;

- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:

• 744723 Nas Zyxel;
• 744681 desktop Gigabyte;
• 744340 SD Samsung.

Dit vonnis is gewezen door mr. E.H.M. Druijf, voorzitter, mrs. L.C. Michon en M.J. Terstegge, in tegenwoordigheid van mr. A. Opsteyn, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 augustus 2023.

Mr. M.J. Terstegge is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage: de tenlastelegging

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:

1
hij, in of omstreeks de periode van 23 oktober 2016 tot en met 15 november 2022, te Vianen, gemeente Vijfheerenlanden, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens
een (grote) hoeveelheid afbeeldingen, te weten foto's en/of screenshots en/of filmpjes en/of een of meer gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een SD kaart Samsung (744340) en/of een Samsung tablet (744347) en/of een desktop (744681) en/of een of meer NAS TOO HDD('s) (744723) en/of een laptop HP (744744) en/of een laptop HP (744859) en/of een HDD Samsung (744877) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:

-
het oraal, anaal en/of vaginaal binnendringen van het lichaam van (een) minderjarig(e) meisje(s), in ieder geval (een) meisje(s) dat/die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, met een penis en/of (een) vinger(s)/hand
en/of voorwerp en/of een tong (zie onder meer de onder 1 t/m 7 in de toonmap opgenomen foto's)

en/of

-
het betasten van de bil(len) en/of vagina en/of borst(en) van (een) minderjarig(e) meisje(s) , in ieder geval (een) meisje(s) dat/die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, en/of het betasten van een penis (een) minderjarig(e)
meisje(s), in ieder geval (een) meisje(s) dat/die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, (zie onder meer de onder 8 t/m 14 in de toonmap opgenomen foto's)

en/of

-
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk de schaamstreek en/of vagina en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding(en) (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft/hebben en/of strekt/strekken tot seksuele prikkeling

en/of

-
het door een dier, te weten een hond, likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling

en/of

-
het vasthouden en/of knijpen van/in de tepel en/of het doen van de vingers in haar mond en/of het likken van de vingers door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij alleen het bovenlichaam en/of gezicht in beeld zijn (bestandsnaam: [bestandsnaam 1] uit CT-rapport [.] )

en/of

-
het met gespreide benen zitten op een wasmachine met haar vingers tegen de vagina door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en/of (vervolgens) het zitten met haar geslachtsdeel op een fles Mangosap waarna de dop niet meer zichtbaar is (bestandsnaam: [bestandsnaam 2] uit CT-rapport [.] )

en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

( art 240b lid 1 en lid 2 Wetboek van Strafrecht )
( art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 240b lid 2 Wetboek van Strafrecht )

2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en met 15 november 2022 te Vianen en/of te Utrecht, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk een of meer stuk(s) pillen en/of medicijnen, althans een of meer goed(eren), dat/die (telkens) geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [instelling 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) stuk(s) pillen en/of medicijnen, althans welk(e) goed(eren), verdachte (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als [functie] , in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;

( art 321 Wetboek van Strafrecht, art 322 Wetboek van Strafrecht )

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en met 15 november 2022 te Vianen en/of te Utrecht, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk zonder vergunning geneesmiddelen, te weten een of meer stuk(s) pillen en/of medicijnen, te weten (onder meer) oxazepam en/of Lorazepam en/of Lormetazepam en/of Rivotril en/of Clonazepam en/of Oxycodon en/of Midazolam en/of methadon, in elk geval een of meer geneesmiddelen, (zijnde geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning geldt) in voorraad heeft gehad;

( art 18 lid 1 Geneesmiddelenwet, art 40 lid 2 Geneesmiddelenwet )

3
hij, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 augustus 2016 tot en met 15 november 2022 te Vianen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, 102 afbeeldingen, althans een of meer afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende een of meer afbeeldingen - te weten een SD Samsung (goednummer 744340) en/of een desktop Gigabyte (goednummer 744681) en/of een Laptop HP (goednummer 744744) en/of een Laptop HP (goednummer 744859) en/of een HDD Samsung (goednummer 744877) en/of een of meer NAS TDO HDD('s) (goednummer(s) 744723)", van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [B] (geboren op [2014] ) en/of [C] (geboren op [2016] ) is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:

-
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [B] (geboren op [2014] ) en/of [C] (geboren op [2016] ), althans (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, waarbij die [B] (geboren op [2014] ) en/of [C] (geboren op [2016] ), althans deze perso(o)n(en), poseert/poseren in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [B] (geboren op [2014] ) en/of [C] (geboren op [2016] ), althans deze perso(o)n(en), en/of de uitsnede van de foto’s/films, nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die [B] (geboren op [2014] ) en/of [C] (geboren op [2016] ), althans deze perso(o)n(en), in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling

en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

( art. 240b lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1. Proces-verbaal van verhoor [D] van 23 mei 2023 (zonder paginanummer).

2. Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal genummerd 2022020886, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 321. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.

3. Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 20 juli 2023.

4. Proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2022 met bijlagen, p. 8.

5. Idem, p. 9.

6. Idem, p. 10.

7. Idem, p. 10.

8. Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming met bijlage van 16 november 2022, p. 111.

9. Bijlage bij voornoemd proces-verbaal, p. 114.

10. Idem, p. 115.

11. Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 10 februari 2023 met bijlagen, p. 206.

12. Idem, p. 207.

13. Idem, p. 208.

14. Proces-verbaal van bevindingen inbeslagname pillen/medicijnen met bijlage van 16 november 2022, p. 118.

15. Een geschrift zoals bedoeld in artikel 344, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, betreffende een e-mail van 27 februari 2023 (zonder paginanummer).

16. Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 20 juli 2023.