ECLI:NL:RBMNE:2023:4069
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft eiseres, werkzaam als medewerkster thuiszorg, zich op 19 maart 2020 ziek gemeld en op 27 december 2021 een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend. Het Uwv heeft haar aanvraag op 12 april 2022 afgewezen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 18 juli 2023 heeft eiseres aangevoerd dat haar belastbaarheid niet correct is vastgesteld en dat de geduide functies haar belastbaarheid overschrijden. De rechtbank heeft overwogen dat het Uwv besluiten over arbeidsongeschiktheid mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen, mits deze zorgvuldig zijn opgesteld en geen tegenstrijdigheden bevatten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de FML van 13 juli 2023 de beperkingen van eiseres correct weergeeft en dat de geduide functies passend zijn. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, maar heeft het Uwv wel veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.674,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat het Uwv het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden.