ECLI:NL:RBMNE:2023:4112

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 augustus 2023
Publicatiedatum
4 augustus 2023
Zaaknummer
C/16/557107 / HA ZA 23-357
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident over vrijwaring en aansprakelijkheid in een overeenkomst van opdracht

Op 16 augustus 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis uitgesproken in een incident betreffende vrijwaring en aansprakelijkheid. De eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, had een overeenkomst van opdracht gesloten met de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap. De eiseres had werkzaamheden verricht voor de gedaagde, maar de gedaagde weigerde de laatste factuur te betalen, stellende dat er geen opdracht was gegeven voor de werkzaamheden die in rekening waren gebracht. De gedaagde voerde aan dat de consultant, die de eiseres aan de gedaagde had geïntroduceerd, niet bevoegd was om de werkzaamheden te laten uitvoeren en dat deze consultant aansprakelijk was voor de schade die de gedaagde had geleden.

De rechtbank heeft de incidentele vordering van de gedaagde toegewezen, waarbij de gedaagde werd toegestaan om de consultant in vrijwaring op te roepen. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor de vordering niet waren weersproken en dat er geen verliezende partij was in het incident, waardoor de proceskosten werden gecompenseerd. De zaak zal op 27 september 2023 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord van de gedaagde. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.A.T. van Rens.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/557107 / HA ZA 23-357
Vonnis in incident van 16 augustus 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
[naam] ,
gevestigd te [plaats 1] ,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J.J.M.C. Huppertz te Maastricht ,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
h.o.d.n.
[gedaagde] , [gedaagde] , [gedaagde],
gevestigd te [plaats 2] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. H.M. Punt te Amsterdam .
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 23,
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring,
  • de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Hierna is bepaald dat er een vonnis in het incident zal worden uitgesproken.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
[gedaagde] heeft een ad hoc overeenkomst van opdracht met [consultant] (hierna: ‘ [consultant] ’). [consultant] heeft [eiseres] aan [gedaagde] geïntroduceerd. Vervolgens heeft [eiseres] met [gedaagde] een overeenkomst van opdracht gesloten voor de marketing en branding van het project [gedaagde] . Dit project zou gefaseerd worden uitgevoerd.
2.2.
[eiseres] heeft haar werkzaamheden bij [gedaagde] gefactureerd, maar [gedaagde] weigert de laatste factuur te betalen. Volgens [gedaagde] heeft zij geen opdracht gegeven voor de werkzaamheden die [eiseres] op deze factuur in rekening brengt. Zij heeft juist aangegeven dat het project ‘on hold' stond en [eiseres] haar werkzaamheden tijdelijk moest stoppen, omdat het project vertraging had opgelopen.
2.3.
Volgens [gedaagde] heeft [consultant] opdracht gegeven voor de werkzaamheden die door [eiseres] bij haar in rekening zijn gebracht, terwijl [consultant] daartoe niet bevoegd was. [gedaagde] had aan [consultant] juist ook laten weten dat het project tijdelijk ‘on hold’ stond. Volgens [gedaagde] is [consultant] aansprakelijk voor haar schade, omdat [consultant] in strijd met de tussen hen geldende ad hoc overeenkomst, althans onrechtmatig jegens haar, heeft gehandeld. [gedaagde] verzoekt daarom in het incident dat haar wordt toegestaan [consultant] in vrijwaring op te roepen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten en de nakosten.
2.4.
[eiseres] vindt het onaannemelijk dat een rechtsverhouding bestaat tussen [gedaagde] en [consultant] maar refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, omdat de aangevoerde en niet weersproken gronden die vordering kunnen dragen.
2.6.
Beide partijen kunnen in het incident niet als verliezende partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
staat toe dat [consultant] door [gedaagde] wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van 13 september 2023,
3.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
3.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
27 september 2023voor conclusie van antwoord van [gedaagde] .
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. van Rens en in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2023. [1]

Voetnoten

1.conc: MvD 5633